- twee hoofdzinnen naast elkaar, laat je het voegwoord weg dan heb je twee enkelvoudige zinnen
- pv en ond staan naast elkaar
- pv staat op eerste of tweede plaats in de zin
- nevenschikkende voegwoorden: en, maar, want, of
Hij zwaait zijn ouders uit want die gaan een verre reis maken.
Hij blijft thuis en hij belt direct zijn vrienden.
Ze hebben uren zitten gamen, maar ze hebben ook gedanst.