Toetsprotocol en rapport

Toetsprotocol en rapport

Ik zit met een klas op de publieke tribune van de Tweede Kamer. Het is het hoogtepunt van ons bezoek aan Den Haag. Hier kunnen leerlingen Geert Wilders spotten en Jesse Klaver op een pen zien bijten. Dan stoot een leerling me aan.

‘Meneer, mag ik iets eerder weg?’

‘Waarom?’

‘Ik heb morgen een toets maatschappijleer.’

‘Maar je zit nu ín de Tweede Kamer.’

1. Brainstorm en uitleg rapport + toetsprotocol

2. Overleg in je OT (maart)

3. Concept opstellen

Rapport

Inhoud toetsprotocol

1. Toetsing per vak (JIJ-toetsen)

2. Randvoorwaarden toetsing

3. Visie op toetsen

4. Registratie (rapport, groeigrafiek, tabel JIJ...?)

5. Inhalen en herkansen

Toetsprotocol

Stelling 1: rood/groen

Je moet alles toetsen wat leerlingen hebben geleerd.

Stelling 2:

Ik geef het liefst zo min mogelijk cijfers aan leerlingen.

Stelling 3: 

Als een leerling een toets niet goed heeft gemaakt, moet hij hem herkansen tot hij voldoende is.

Wat zou jij zelf als feedback willen als je nu een rapport zou krijgen voor je werk?

Rapport: wat is er al?

1. OPP

2. Invullen doorstroomformulier

3. Bespreken JIJ-toetsen resultaten met leerlingen

4. Groeigrafieken Taalcompleet

Uitdagingen huidige rapport

1. Sluit niet aan bij alle routes (denk aan: A, B, R1A...)

2. Toetsing Taalcompleet is een groeigrafiek, geen cijfer

3. Weinig ruimte voor echte feedback

4. Balken werken vooral stimulerend bij uitstroom 

5. Administratief veel extra werk: overzetten van JIJ-toetsen, eigen Excel maken, PDF maken, etc.

Bespreken in je OT (rapport)

1. Waarom geven we een rapport?

2. Voor wie maken we het rapport?

3. Wat hebben we al liggen? 

4. Hoe kunnen we delen wat we al hebben (naast het rapport)?

5. Wat missen we nog?

Volgende moment terugkoppeling: studiedag maart

Bespreken in je OT (toetsprotocol)

1. Welke randvoorwaarden zijn belangrijk bij toetsing?

2. Wat is jullie visie op toetsen? Denk aan: waarom, waarvoor, wanneer, hoe, hoeveel, hoe vaak, wat? 

3. Welke vakken willen we toetsen met JIJ-toetsen? Welke andere toetsen willen we geven? 

4. Welke mogelijkheden moeten er zijn voor inhalen en herkansen? 

5. Welke ruimte moet er zijn voor leerlingen/docenten?