Bekijk de trailer. Leg, met behulp van voorbeelden uit de trailer, uit dat Napoleon de idealen van de Franse Revolutie verdedigt én daarnaast ook ingaat tegen diezelfde idealen.
1 / 15
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Bekijk de trailer. Leg, met behulp van voorbeelden uit de trailer, uit dat Napoleon de idealen van de Franse Revolutie verdedigt én daarnaast ook ingaat tegen diezelfde idealen.
Slide 1 - Open question
Slide 2 - Video
Bekijk de trailer. Leg, met behulp van voorbeelden uit de trailer, uit dat Napoleon de idealen van de Franse Revolutie verdedigt én daarnaast ook ingaat tegen diezelfde idealen.
Slide 3 - Open question
Slag bij Waterloo 1815
Napoleon wordt verslagen en verbannen
De Europese landen moeten nadenken over de vraag
Hoe moet Europa verder na Napoleon?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Congres van Wenen
1815
Europa na Napoleon...
Onder leiding van Pruisen (Duitsland), Oostenrijk, Rusland en Engeland
Slide 6 - Slide
Doel: machtsevenwicht zodat Frankrijk niet de vrede kan bedreigen
Slide 7 - Slide
Afspraken
Grenzen worden verlegd
Oude monarchieën worden hersteld
Burgerrechten worden ingeperkt
Voorrechten van de adel en de kerk worden hersteld
Slide 8 - Slide
Hoe zou een conservatief en een nationalist gereageerd hebben op het Congres van Wenen? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Wat was de rol van het Congres van Wenen bij het ontstaan van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
Slide 11 - Open question
Waarom past Koning Willem I goed bij de ideeën van het conservatisme? Noem één voorbeeld uit het filmpje.
Slide 12 - Open question
Welke maatregelen nam Willem I om Nederland sterker en moderner te maken?
Slide 13 - Open question
Waarom waren de zuidelijke Nederlanders (de latere Belgen) ontevreden onder Willem I?
Slide 14 - Open question
Zou een nationalist blij zijn geweest met het beleid van Willem I? Leg kort uit waarom wel of niet.