Aan het einde van deze les kan je de oorzaken, het begin en het verloop van de Tweede Wereldoorlog herkennen, noemen en beschrijven.
1 / 50
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Aan het einde van deze les kan je de oorzaken, het begin en het verloop van de Tweede Wereldoorlog herkennen, noemen en beschrijven.
Slide 1 - Slide
Oorzaken van de opkomst van Hitler en de Tweede Wereldoorlog
Aan het einde van deze les kan je de oorzaken, het begin en het verloop van de Tweede Wereldoorlog herkennen, noemen en beschrijven.
Slide 2 - Slide
De wens tot herbewapening
Wens tot meer grondgebied
werkloosheid
onvrede over armoede
wens tot revanche en oplevend nationalisme
Slide 3 - Drag question
In de volgende dia komen negen gebeurtenissen te staan. Bestudeer vluchtig pagina 87 tot 89, daarvoor heb zes minuten de tijd. Daarna moet je de gebeurtenissen plaatsen bij 'Begin', 'keerpunten' of 'einde'
Begin van de oorlog (waar in Hitler zijn Blitzkrieg inzet; 4x)
Twee keerpunten (startpunten verlies Hitler
(Naderend) einde WO II
Slide 4 - Drag question
inval van Duitsland in Polen
Japanse overgave na atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa
Pearl Harbor
Slag bij Stalingrad
D-Day
Duitse overgave
Slag om Engeland
Begin van de oorlog (waar in Hitler zijn Blitzkrieg inzet; 4x)
Twee keerpunten (startpunten verlies Hitler
(Naderend) einde WO II
Inval in Nederland
Slide 5 - Drag question
beeld en militair verloop WO II
In de volgende dia's krijg je telkens eerst een losse foto of een kaart te zien en daarna de meerkeuzevraag: bij welk onderdeel van de Tweede Wereldoorlog hoort dit beeld.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Deze foto hoort bij
A
Inval in Nederland
B
Inval in Polen
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Deze foto hoort bij
A
Inval in Nederland
B
Inval in Polen
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Deze foto hoort bij
A
Inval in Nederland
B
Inval in Polen
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
A
Keerpunt: Slag om Stalingrad
B
Keerpunt: aanval op Pearl Harbor
C
Kernbom op Nagasaki
D
Aanval op Nederland
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
A
Keerpunt: Slag om Stalingrad
B
Keerpunt: aanval op Pearl Harbor
C
Kernbom op Nagasaki
D
Aanval op Nederland
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
A
Keerpunt: Slag om Stalingrad
B
Keerpunt: aanval op Pearl Harbor
C
Slag om Engeland
D
D-Day
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
A
Keerpunt: Slag om Stalingrad
B
Keerpunt: aanval op Pearl Harbor
C
Kernbom op Nagasaki
D
Aanval op Nederland
Slide 20 - Quiz
vijf open vragen
De volgende vijf vragen zijn open vragen.
Je krijgt telkens even de tijd (1 minuut) om in je boek te kijken en je korte antwoord in te tikken.
Slide 21 - Slide
Wat is een Blitzkrieg?
Slide 22 - Open question
In welk jaar was de inval van Duitsland in Polen
Slide 23 - Open question
Welk land viel Duitsland binnen bij Operatie Barbarossa?
Slide 24 - Open question
Welk land ging meevechten in WOII na de Japanse aanval op Pearl Harbor?
Slide 25 - Open question
D-day betekende voor nazi-Duitsland een twee-frontenoorlog. Leg dit uit.
Slide 26 - Open question
Wat nu? Zelf werken en ik ben 'aanwezig'
Kijk na, antwoordenblad staat nu in Classroom.
Bestudeer de PPT van vandaag --> zie Classroom
Stel vragen (over een gebeurtenis / begrip dat je nog lastig vindt)
Maak het huiswerk dat voor de volgende les in Magister staat.
Slide 27 - Slide
Aan het einde van deze les kan je de bondgenootschappen, de kenmerken en de afloop van de Tweede Wereldoorlog herkennen, noemen en beschrijven.
Slide 28 - Slide
Bestudeer zelf deze poster, let op de legenda
Slide 29 - Slide
Tweede Wereldoorlog: twee bondgenoot-schappen:
1) geallieerden (Allied Powers)
2) As-mogendheden (Axis Powers)
Slide 30 - Slide
Duitsland
Japan
Italië
Verenigde Staten
Groot-Brittannië
Sovjet-Unie
Geallieerden
Asmogendheden
Slide 31 - Drag question
Geallieerden
Centralen
Duitsland
Japan
Italië
Verenigde Staten
Groot-Brittannië
Sovjet-Unie
Slide 32 - Drag question
Stalin
Roosevelt
Churchill
Hitler
Mussolini
Keizer Japan
Geallieerden
Asmogendheden
Slide 33 - Drag question
Duitsland
Italië
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Groot-Brittannië
Nederland
Stalin
Roosevelt
Churchill
Hitler
Mussolini
Koning Wilhelmina
Slide 34 - Drag question
Kenmerken van de Tweede Wereldoorlog
Slide 35 - Slide
Komt de foto uit WO I of WO II?
Slide 36 - Slide
Rotterdam
Slide 37 - Slide
A
Eerste Wereldoorlog, want
veel steden werden gebombardeerd
B
Eerste Wereldoorlog, want Nederland was neutraal
C
Tweede Wereldoorlog, want
veel steden werden gebombardeerd
D
Tweede Wereldoorlog, want Nederland was neutraal
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
A
WO I: toen werden er veel vliegtuigen gebruikt
B
WO I: de man op de foto is een Japanner
C
WO II: toen werden er veel vliegtuigen gebruikt
D
WO II: de man op de foto is een Japanner
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide
A
WO I: loopgravenoorlog
B
WO I: bewegingsoorlog
C
WO II: loopgravenoorlog
D
WO II: bewegingsoorlog
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
A
WO I: veel burgerslachtoffers
B
WO I: joden werden vervolgd en vermoord
C
WO II: veel burgerslachtoffers
D
WO II: joden werden vervolgd en vermoord
Slide 44 - Quiz
Eerste Wereldoorlog
WO I en WO II
Tweede Wereldoorlog
totale oorlog
veel burgerslachtoffers
propaganda
Censuur
Massale bombardementen op steden
Holocaust
vernietigingskampen
kernbom
bewegingsoorlog
loopgravenoorlog
Slide 45 - Drag question
een kenmerk uitgelicht
Jullie gaan in groepjes werken. 10 minuten
Lees de bronnen (die staan de opdracht en die staat in Classroom met titel 'kenmerk van WO II' ).
Maak samen de twee vragen.
Daarna hier in LessonUp bespreken.
Slide 46 - Slide
Alle bronnen komen uit de Tweede Wereldoorlog en gaan allemaal over hetzelfde kenmerk van deze oorlog. 1. Welk kenmerk wordt bedoeld?
Slide 47 - Open question
Oorzaken veel burgers slachtoffer
Slide 48 - Mind map
Bron 1: bombardementen op steden (Rotterdam, Den Haag, Nijmegen, Arnhem, Londen en vele vele Duitse steden (200-300.000 burgers)
Bron 2: als straf / vergelding
Bron 3: kernbommen (80-90.000 doden)
Bron 4: Holocaust (6 miljoen doden) / massamoord (1,15 miljoen) --> in totaal 11-17 miljoen burgers vermoord op basis van nazistische en racistische ideeën.
Bron 5: Holocaust (6 miljoen doden) / gaskamers (waarvan ongeveer 1 - 1,5 miljoen)