Spelling 2A

Spelling 2A
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Spelling 2A

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

welke meervoudsvormen zijn correct gespeld?
A
cowboys en ski's
B
cowboy's en skies
C
taxies en babies
D
taxi's en baby's

Slide 2 - Quiz

apostrof wordt gebruikt bij het meervoud van zelfstandige naamwoorden op -a, -i, -o, -u of -y (met een medeklinker voor de y): radio’s, taxi’s, baby’s
bij het meervoud van letters en afkortingen; k’s, mp3’s
Trema of geen trema?
A
egoisme
B
egoïsme

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

In welk woord is sprake van een klinkerbotsing
A
beademen
B
voorlichten
C
opletten
D
reünie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Trema of geen trema? Welke is juist?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje
C
la'tje
D
latje

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?
A
babytje
B
babietje
C
baby'tje
D
kleine baby

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud
timer
0:10
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Koppelteken of geen koppelteken?
A
astma-aanval
B
astmaaanval

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke spelling is correct?
apostrof bij meervoud op 's
als woord eindigt op a, o, i, u, y
Ook voor de bezitsvorm
A
cafés
B
café's

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Verkleinwoorden
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Welke namen hebben (als ze een bezitsaanduiding zijn), géén apostrof nodig?
A
Gaby
B
Naomi
C
Dennis
D
Marieke

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Trema of niet?

A
tweeentwintig
B
tweeëntwintig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste bezitsuitgang:

Corey_ auto
A
Coreys auto
B
Corey's auto

Slide 19 - Quiz

Deze naam eindigt op een y, maar er staat een klinker voor. Daarom hoeft er geen apostrof tussen de naam en de bezits-s. (Je spreekt de y uit als een j, niet als een klinker.)

Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
als het een samenstelling is
D
als je denkt dat het moet, er is geen regel voor

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

In welk woord is sprake van een klinkerbotsing
A
essentieel
B
musea
C
ideeën
D
dieporanje

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In welk woord is sprake van een klinkerbotsing
A
nagloeien
B
judoën
C
bioscoop
D
chaos

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions