hv1

Standaard programma

Start
Lesdoelen
Uitleg 12.6
Aan de slag 12.6




Heb je veel vragen?

Start
Lesdoelen
Uitleg 12.6
Uitleg 12.4 en 12.5







timer
15:00
Start
Lesdoelen
Uitleg 
Doorlopen hoofdstuk
Afsluiting

Aan de slag 

Vragenrondje


Uitleg in groepjes


Programma 5 juli
12.7 afmaken
oefentoets 
extra oefening
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Standaard programma

Start
Lesdoelen
Uitleg 12.6
Aan de slag 12.6




Heb je veel vragen?

Start
Lesdoelen
Uitleg 12.6
Uitleg 12.4 en 12.5







timer
15:00
Start
Lesdoelen
Uitleg 
Doorlopen hoofdstuk
Afsluiting

Aan de slag 

Vragenrondje


Uitleg in groepjes


Programma 5 juli
12.7 afmaken
oefentoets 
extra oefening

Slide 1 - Slide

Wat vind jij nog lastig?
Rekenen met letters (herleiden)
Vergelijkingen oplossen
Grafieken tekenen (lineair en/of kwadratisch)
Lineaire formule maken bij grafiek
Rekenen met kwadraten
Punt op grafiek onderzoeken
Rekenen met machten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

VK Lineaire formule bij grafiek maken
  1. Maak een tabel met de waarden die je goed kunt aflezen.
  2. Lees het begingetal/ startgetal af.                                        Snijpunt met de verticale as (horizontale as = 0).
  3. Bereken de stapgrootte.                                                              Wat komt er per stap van 1 horizontaal bij of af.
  4. Noteer de formule.                                                          Uitkomst = begingetal + stapgrootte × invoer 




Slide 4 - Slide

12.1 Optellen en aftrekken
De letter (a) wordt ook wel variabele genoemd.
Rekenen met variabelen. 

Berekening:

Herleiden:
Optelling van drie gelijke termen.
4+4+4=34=12
a+a+a=3a=3a
Vermenigvuldiging van twee factoren.

Slide 5 - Slide

12.1 Optellen en aftrekken




Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 

4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 6 - Slide

12.1 Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (klas 1)



Balansmethode (klas 2 en hoger)                                                                                                                 





Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q+32

Slide 7 - Slide

12.1 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =                 Dus q = 6,5  
   

Slide 8 - Slide

12.2 Vermenigvuldigen
De volgende begrippen kom je tegen in deze paragraaf.

Kwadraat: een getal keer zichzelf. 3²=3x3
Product: een ander woord voor vermenigvuldiging.
Factoren: 6 x 2 = 12 , 6 en 2 zijn de factoren van een product.

Slide 9 - Slide

12.2 Vermenigvuldigen
1) Getallen vermenigvuldigen
2) Letters op alfabetische volgorde
3) Schrijf de vermenigvuldiging zonder bewerkingstekens. 



Slide 10 - Slide

12.2 Vermenigvuldigen
1) Getallen vermenigvuldigen
2) Letters op alfabetische volgorde
3) Schrijf de vermenigvuldiging zonder bewerkingstekens. 



3a2b=32ab=6ab
21a2a=212aa=1a2=a2

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

12.4 lineaire formule
Een formule is een regel in woorden met 
wiskundige symbolen opschrijven.

Lineair betekent recht lijnig, ofwel een rechte lijn.
Bij een lineaire formule is de grafiek dan ook een rechte lijn.




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

12.4 Formule bij grafiek maken
  1. Tabel tekenen (minimaal 2 punten)
  2. Lees het begingetal af. x=0 geeft y= .. (snijpunt verticale as)
  3. Bereken de stapgrootte. De grafiek stijgt of daalt ... per stap.
  4. Noteer de formule in de vorm:                                     





Wat staat er bij de horizontale as (x-as)?
Wat staat er bij de verticale as (y-as)?
Y = stapgrootte X + begingetal 
Samen 28!

Slide 15 - Slide

12.5 Kwadraten
Kwadraat: een getal keer zichzelf.        
32=33=9
32=(33)=9
(3)2=33=9

Slide 16 - Slide

12.5 Kwadratische formule
Een lineaire formule heeft dus altijd de vorm: y = x + b
a = stapgrootte
b = begingetal
De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.

Een kwadratische formule heeft altijd de volgende vorm: 
y = a x ² + b
De grafiek van een kwadratische formule is een parabool.

Slide 17 - Slide

12.5 Kwadratische formule
Algemene vorm: y = a x ² + b

Gegeven:  y = 3 x ² - 1

x=2  -->     
x=-2 -->     



y=3221=341=121=11
y=3(2)21=341=121=11

Slide 18 - Slide