week 51 voorkeur aangeven + navidad

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • mening geven
  • Navidad
Miércoles, 20 de diciembre
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • mening geven
  • Navidad
Miércoles, 20 de diciembre

Slide 1 - Slide

Deberes
Woensdag 10 januari
Leren woordjes 1.4
Leren: bijvoeglijk naamwoord (tarea 1.5)

Slide 2 - Slide

A corregir
LE: 2.8, 2.9, 2.13

Slide 3 - Slide

Voorkeur aangeven
Favoriete eten.
Favoriete sport.



¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans
A
voor het zelfstandig naamwoord
B
achter het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o veranderen in een -a als ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan.
A
B
no

Slide 6 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
A
B
no

Slide 7 - Quiz

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Módulo pág. 17 y 18

Slide 8 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
    la casa bonita (het mooie huis)

Slide 9 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
    la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 10 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)


Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
    la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 11 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
    la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 12 - Slide

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 13 - Drag question

zet in het meervoud:
la casa grande

Slide 14 - Open question

zet in het meervoud:
el exámen difícil

Slide 15 - Open question

la chica inteligente

Slide 16 - Open question

zet in het meervoud:
el profesor simpático

Slide 17 - Open question

zet in het meervoud:
la chica genial

Slide 18 - Open question

zet in het meervoud
la ciudad grande

Slide 19 - Open question

?Cuál es tu comida favorita?
?Cuál es tu pais favorito?
?Cuál es tu número favorito?
?Cuál es tu deporte favorito?
?Cuál es tu música favorita?
?Cuál es tu asignatura favorita?
Lil Kleine
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 20 - Drag question

La navidad en España
Tarea 2 (module pág. 28)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

La navidad en España
módulo pág. 28
Rellena la lista de vocabulario

Slide 23 - Slide

El calendario de navidad
  • 22 de diciembre - la lotería de navidad
  • 24 de diciembre - nochebuena
  • 25 de diciembre - día de navidad
  • 28 de diciembre - los santos inocentes
  • 31 de diciembre - nochevieja
  • 1 de enero - año nuevo
  • 5 de enero - vienen los reyes magos
  • 6 de enero - los reyes magos (roscón de reyes)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

una típica canción de navidad

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

¡Felices fiestas para todos!

Slide 31 - Slide