Hoofdstuk 1: arm in de negentiende eeuw deel 6

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

Slide 1 - Slide

Belangrijk uit de vorige lessen


  • De rol van de overheid bij armoede --> liefdadigheid en de armenwet
  • De opkomst van de industrialisatie
  1. Van platteland naar stad
  2. Slechte arbeidsomstandigheden
  3. Kinderarbeid
  • Slechte woon- en leefomstandigheden die samen de sociale kwestie genoemd worden


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

De liberalen
  • De liberalen zaten als sinds 1848 in de regering en bepaalden dus het beleid

  • De liberalen waren voorstander van een nachtwakerstaat: een staat waarin de overheid alleen zorgt voor orde en de veiligheid, en zich verder niet bemoeit met de economie.

Slide 5 - Slide

Confessionelen (katholieken en protestanten)
  • Confessionelen zijn mensen die het geloof als uitgangspunt nemen voor hun politieke ideeën --> ongelijkheid was iets wat god zo geregeld had

  • Zij waren het erover eens dat de ongelijkheid tussen mensen door god is gecreëerd. 

  • Confessionelen vonden het vooral de taak van werkgevers (bazen) en werknemers (arbeiders) om samen de problemen op te lossen.
Wilden dat ook hun scholen (bijzonder onderwijs) betaald gingen worden door de overheid

Slide 6 - Slide

Socialisten (sociaaldemocraten)
  • De sociaaldemocraten (socialisten) waren een groep die speciaal voor de rechten van de arbeiders opkwamen.

  • Zij vonden dat de overheid er alles aan moest doen om de arbeiders te beschermen. Zij zetten zich in voor hogere lonen, betere arbeidsomstandigheden, een uitkering bij ziekte en  voor pensioen.
  • Bovendien mocht een werkdag niet langer duren dan 8 uur.

  • Om dit te bereiken, moest er algemeen kiesrecht komen.

Slide 7 - Slide

Liberalen
Confessionelen
Socialisten
Nachtwakerstaat
Geloof als uitgangspunt
Thorbecke
Opkomen voor de arbeiders
Algemeen kiesrecht
Overheid moet bijzonder onderwijs betalen

Slide 8 - Drag question

Ook dit affiche zit vol symbolen waarmee de tekenaar zijn boodschap wil overbrengen. De tekenaar vindt dat alle arbeiders hun mening moeten laten horen. Welk symbool gebruikt hij hiervoor op het affiche? Sleep het rondje naar de juiste plek.

Slide 9 - Drag question

Lees de bron. Tot welke stroming behoord Thorbecke
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Conservatieven

Slide 10 - Quiz

Sinds 1848 waren de liberalen aan de macht. Slechts een deel van de bevolking, het rijke gedeelte, mocht stemmen. Waarom stemden de rijken niet snel voor wetten die de arbeiders zouden beschermen?

Slide 11 - Open question

De invoering van het algemeen kiesrecht was de enige kans voor arbeiders om hun werkomstandigheden te verbeteren. Leg dit uit.

Slide 12 - Open question

Huiswerk 
Wat: begrippenposter sociale kwestie
(zie boekje)

Slide 13 - Slide