Kijken voor kinderen les 2
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Waarmee kun je allemaal tekenen?
Slide 2 - Mind map
Maak een woordweb met de leerlingen over met welke voorwerpen je allemaal kunt tekenen. De antwoorden kun je op het bord laten zien in de tekstvakjes.
Slide 3 - Slide
Bespreek de verschillende soorten lijnen met de leerlingen. Leg de nadruk op de tegenstellingen die ernaast staan.
Kunnen we deze lijnen terugvinden in de klas?
Slide 4 - Open question
Laat de leerlingen in de klas zoeken naar lijnen en schrijf deze samen op.
Slide 5 - Slide
Nu gaan de leerlingen zelf aan de slag. Zorg dat de voorwerpen in elk groepje klaarliggen met de verf.
De leerlingen hebben 10 minuten de tijd om met deze voorwerpen een tekening te maken met lijnen.
Met welk materiaal vond ik het tekenen het leukst?
Slide 6 - Open question
Nadat de leerlingen klaar zijn met de tekening ga je met ze evalueren. Ze mogen zelf aangeven welk materiaal ze het leukst vonden om mee te tekenen en waarom ze dat vonden. Typ/schrijf mee op het bord, zodat de leerlingen mee kunnen kijken.
Was het makkelijk om te tekenen met deze voorwerpen?
JA
NEE
EEN BEETJE
Slide 7 - Poll
De leerlingen mogen hun mening geven door te stemmen voor zichzelf.
Lukt dit niet op het bord? Dan kunnen ze het in hun hoofd bedenken.
Slide 8 - Slide
Stukje voorlezen uit 'kijken voor kinderen' blz. 46
Wat voor schaduw zagen we net op het plaatje?
A
eigen schaduw
B
slagschaduw
Slide 9 - Quiz
Stel de vraag aan de leerlingen. Het kan zijn dat de leerlingen nog niet weten wat eigen schaduw en slagschaduw is, dit kun je dan uitleggen.
Eigen schaduw: de schaduw die op jezelf te zien is, zoals bijvoorbeeld je neus als het licht aan de ene zijde van je gezicht schijnt.
Slagschaduw: de schaduw van iets of iemand die op de grond te zien is.
Juiste antwoord: slagschaduw
Slide 10 - Video
Bekijk het filmpje met de leerlingen. Dit is een introductie voor de opdracht die de leerlingen hierna gaan uitvoeren.
Slide 11 - Slide
Tijdens deze opdracht gaan de leerlingen eerst opzoek naar een voorwerp in de klas, doe dit in groepjes of in tweetallen zodat het niet onrustig wordt.
Jij kunt ondertussen de blaadjes uitdelen.
Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met het kijken naar de schaduw (met of zonder zaklamp) en trekken zij de schaduw over.
Zijn ze hiermee klaar? Dan mogen ze de schaduw inkleuren.
Helemaal klaar? Blaadje met het voorwerp erop op de hoek van de tafel (dit bewaren we voor de tentoonstelling).
Het stoplicht kan ingezet worden voor het volume in de klas.
Slide 12 - Slide
Deze grote opdracht gaan de leerlingen in tweetallen uitvoeren buiten.
Eerst leg je de opdracht uit. De leerlingen gaan naar buiten en gaan ergens op het schoolplein staan (binnen het oppervlak wat jij aangeeft). Vervolgens gaat leerling 1 in een pose staan en leerling 2 trekt de schaduw over. Klaar? omruilen.
Tip: zet de namen in of bij de schaduw.
Maak tweetallen via het rad (het eerste rad voor de eerste leerling en het tweede rad voor de tweede leerling). Als alle tweetallen zijn gemaakt, gaan jullie samen naar buiten en mogen de leerlingen beginnen.
Ik vond de opdracht over schaduw buiten ...
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Laat de leerlingen zelf kiezen welke emoji ze kiezen over de buitenles. Geef een aantal leerlingen de beurt om hun mening uit te leggen.
Welke schaduw zien we hier?
Slide 14 - Open question
Door deze laatste vraag te stellen, kun je controleren of de leerlingen de uitleg over schaduw hebben begrepen en onthouden.
Juiste antwoord: slagschaduw
