verwerken, kunnen ze zo heet woren dat er brandt onstaat.
Als je een geleidend voorwerp
aanraakt krijg je een schok.
Slide 3 - Slide
Stroom door je lichaam
- Als de stroom door je lichaam
klein blijft, heb je zelf beheer
over je spieren.
- Als de stroom door je lichaam
te groot is dan kan je je spieren
niet meer ontspannen.
Slide 4 - Slide
Lichaamsweerstand en contactweerstand
Hoe groot de stroom is hangt af van twee dingen:
1 - Hoe groot de spanning is
2 - Hoe groot de weerstand in je lichaam is
Totale weerstand is lichaamsweerstand en contactweerstand
I=RV
Droge huid = lage contact weerstand en natte huid =hoge contactweerstand
Slide 5 - Slide
Enkele en dubbele isolatie
Draden in huisinstallatie zijn gekozen om 16 A stroom gemakkelijk door te laten.
Daar omheen zit een isolatielaag van pvc.
Dit voorkomt dat je een schok krijgt of dat er een kortsluiting is.
Sommige apparaten hebben dubbele isolatie
Slide 6 - Slide
Veiligheids voorziening meterkast
ZEKERING
- Voor elke groep een eigen groepszekering (installatieautomaat: hefboompje dat 'omklapt')
- Als de stroom groter wordt
dan 16 A, schakelt groep-
zekering de stroom uit.
- Dit voorkomt een brand.
Slide 7 - Slide
Aardlekschakelaar
- Vergelijkt de stroom in de fasedraad met de stroom in de nuldraad.
- Als ze evengroot zijn is het normaal, en laat de aardlekschakelaar de stroom gewoon door.
- Is he verschil groten dan 30 mA,
schakelt die de stroom uit.
Slide 8 - Slide
Randaarde
- Voorkomt dat de lekstroom langs iemands lichaam loopt.
- Daarom loopt er een groen-gele aarddraad van de buitekant
van het apparaat via het snoer naar de rand van het
stopcontact, en van daar verder
naar de aardrail in de meterkast.
Slide 9 - Slide
MAAK DE VOLGENDE OPGAVE
38 t/m 42
ALS JE KLAAR BENT:
timer
15:00
REGELS:
Schrijven in je schrift
Hulp: je boek
Geen overleg
Over 15 minuten bespreken we de opgaven
Voor extra oefening maak opgaven 43
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Samenvatting
Als de weerstand van stroom door je lichaan kleiner wordt, dan wordt de stroomsterkte juist groter (bv. natte handen).
Zekering - Schakelaar slaat om als de stroom door een groep meer van 16 A is.
Aardlekschakelaar - Schakelaar slaat om als het verschil van de stroom tussen de fasedraad en nuldraad meer dan 30mA is. De randaarde neemt de lekstroom weg.