This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Uit welke twee onderdelen bestaat reanimatie?
Slide 1 - Open question
Hoe vaak beadem je per ronde bij reanimatie van een dier als je alleen bent ?
Slide 2 - Open question
Wat is beademing frequentie in een kliniek situatie bij reanimatie ?
Slide 3 - Open question
Bij een hartstilstand kan je maar beter zo vaak mogelijk beademen als lukt. Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Antwoord: de ideale ademhalingsfrequentie is 10 per minuut. Als je vaker beademt , zorg je ervoor dat de druk in de borstholte hoger wordt en daarmee benadeel je de reanimatie...
Slide 5 - Slide
Hoe snel voer je hartmassages uit bij een hond of kat?
A
een hartmassage per seconde
B
twee hartmassages per seconde
C
tien hartmassages per minuut
D
twintig hartmassages per minuut
Slide 6 - Quiz
Antwoord:
Je zorgt voor 100 tot 120 hartmassages per minuut, dit zijn er ongeveer
twee per seconde.
Slide 7 - Slide
Wat kun je als paraveterinair in veel spoedsituaties gebruiken om de toestand van een dier in te verbeteren?
A
Een infuus
B
Zuurstof
C
Zuurstof en een infuus
Slide 8 - Quiz
Antwoord:
Dit antwoord is juist. In bijna In alle spoedgevallen kun je een dier helpen door zuurstof voor de neus te houden. Als je een slangetje met zuurstof voor de neus houdt, zal het dier niet snel
teveel zuurstof inademen.
Slide 9 - Slide
In welke ideale situatie kun je gelijktijdig beademen en hartmassage uitvoeren?
A
Als je met twee personen de reanimatie kunt uitvoeren.
B
Als je met meer dan twee personen de reanimatie kunt uitvoeren.
C
Als het dier kan worden geintubeerd en je met minimaal twee personen de reanimatie kunt
uitvoeren.
Slide 10 - Quiz
Dit antwoord is juist. Als het mogelijk is om het dier te intuberen, kan iemand anders het dier tegelijk met de hartmassages beademen. Beademen gebeurt dan via en ademballon. Hiervoor zijn minimaal twee personen nodig.
Slide 11 - Slide
Aan welke eisen moet de beademing voldoen als dier geintubeerd is?