familiedag 13-11-2022

Familie Wietsma
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Familie Wietsma

Slide 1 - Slide

In welk dorp hangen de wapenschilden van de familie Wietsma in de kerk?
A
Ee
B
Kollum
C
Rinsuumageest
D
Bindaard

Slide 2 - Quiz

Wat was de eerste auto van opa/pa Wietsma?
A
Opel Olympia rekord, blauw, kenteken xd1230
B
Opel Olympia rekord grijs, kenteken xd3012
C
Opel Olympia rekord blauw, kenteken xd1230
D
Opel Olympia rekord, grijs, kenteken xd3012

Slide 3 - Quiz

Wie is er sneller?
A
Margré
B
kat

Slide 4 - Quiz

Welke kinderen van opa en oma zijn niet thuis geboren?
A
Margré en Eza
B
Hans en Margré
C
Judith en Rienko
D
Anne en Ine

Slide 5 - Quiz

Wat gooide Rienko over het erf in Garmerwolde nadat hij er tegenaan was gereden?
A
Steen
B
Kruiwagen
C
Bloempot
D
Planten van Menke

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort familiestamboom is er gemaakt?
A
Kersen
B
Pruimen
C
Appel
D
Peer

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste volgorde? 
3
4
5
6
1
2

Slide 8 - Drag question

Wat dreef er na de nachtelijke zwempartij in de hottub?
A
Rienko's speedo
B
Smurfenmuts
C
Blokjes kaas
D
Een lege fles rum

Slide 9 - Quiz

Wat is (bij benadering) het geboortegewicht van deze tweeling? samen?
A
750 gram
B
1000 gram
C
1500 gram
D
2000 gram

Slide 10 - Quiz

Wie van de tantes is er kampioen buikschuiven op een zeepbaan?
A
Judith
B
Eza
C
Margré
D
Ine

Slide 11 - Quiz

Hoeveel Anne's zijn er in de familie?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quiz

Waarin zat Anne samen met 2 uitgebroken schapen?
A
Een paardenkar
B
Een politie-auto
C
Een brandweer-auto
D
Een limousine

Slide 13 - Quiz

Wat verbrandde er op een 24 december in de keuken zodat oma 's avonds de slager nog moest bellen voor iets nieuws?
A
Zoutarme kalkoen
B
Hele dure biefstuk
C
Zelf geslachte kip
D
Natrium arme rollade

Slide 14 - Quiz

Hoeveel klein en achterkleinkinderen zijn er in deze Wietsma tak?
A
35
B
40
C
30
D
25

Slide 15 - Quiz

Wat was de eerste brommer van Hans?
A
Beige Puch
B
Zwarte Solex
C
BLauwe NSU Cavalino
D
Groene Kreidler Florett

Slide 16 - Quiz


Waar is deze foto gemaakt? 
A
Op de familiedag bij de schaapskooi
B
Bij het vakantiehuisje in Norg
C
In het vakantiepark bij Lauwersoog
D
Op de vangrail op de afluitdijk van de A7

Slide 17 - Quiz

Welk lievelingslied van opa hoor je hier?
A
Psalm 150
B
Jezus is de goede Herder
C
Hoger dan de blauwe luchten
D
'T hijgend hert der jacht ontkomen

Slide 18 - Quiz

Welke soep werd er standaard vooraf aan poffert gegeten?
A
Mosterdsoep
B
Koninginnensoep
C
Groentesoep
D
Linzensoep

Slide 19 - Quiz

Wat was het beroep van Opa Wietsma?
A
Meubelmaker
B
Werkmeester
C
Automonteur
D
Metaalbewerker

Slide 20 - Quiz

Wat was het 3 cijferige telefoonnummer in Eenrum?
A
394
B
493
C
349
D
934

Slide 21 - Quiz

Hoeveel decibel is het gelach van Judith?
A
75-85
B
80-85
C
85-90
D
90-95

Slide 22 - Quiz

Wat was er uit de bloembak gejat voordat oma kon oogsten?
A
Bieten
B
Boerenkool
C
Peultjes
D
Uien

Slide 23 - Quiz

Welke artiest schreef dit nummer?
A
John Lennon
B
Paul McCartney
C
John Jennon
D
The Beatles

Slide 24 - Quiz

Hoe noemden we de garage achter de garage?
A
Eendenhok
B
Kippenhok
C
Stookhut
D
Kolenhok

Slide 25 - Quiz

Wat deed Bert verkleed als giraffe in een dierentuin?
A
Imitatie show
B
Bezoekers vragen over hun parkervaringen
C
Ander giraffes verleiden met een lokroep
D
Laten schrikken van bejaarden

Slide 26 - Quiz

In welke plaats hebben opa en oma Wietsma niet beiden gewoond?
A
Eenrum
B
Bedum
C
Drachten
D
Noordwolde

Slide 27 - Quiz

Wie werd er tijdens Delfsail gezien als een echte matroos?
A
Wouter
B
Remco
C
Erwin
D
Constant

Slide 28 - Quiz

Wat was Eza haar eerste auto
A
Groene renault
B
Beige kever
C
Turks metalic kever
D
Witte mini cooper

Slide 29 - Quiz

Welke 3 familieleden zijn er met de highlandgames in het water beland?
A
Linke, Bert en Bert
B
Bert, Tjarda en Max
C
Klaas Anne, Lineke en Henk
D
Arjan, Remco en Jacomien

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Hoeveel jaar geleden is deze foto gemaakt?
A
22
B
23
C
24
D
25

Slide 33 - Quiz