§2.6

§2.6
Begrippen:
  • Koop op afbetaling
  • Doorlopend krediet
  • Kredietlimiet
  • Huurkoop
  • Leasing
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§2.6
Begrippen:
  • Koop op afbetaling
  • Doorlopend krediet
  • Kredietlimiet
  • Huurkoop
  • Leasing

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Drie kredietvormen
Er zijn drie kredietvormen:
  1. Salariskrediet

  2. Persoonlijke lening 

  3. Doorlopend krediet 
- 500

Slide 3 - Slide

Koop op afbetaling

Slide 4 - Slide

Koop op afbetaling twee afspraken
  • Kopen op afbetaling:
    -
    betaalt aankoop bij winkel in termijnen.
    - je wordt eigenaar van product op moment van koop.

Slide 5 - Slide

Doorlopend krediet lening

Slide 6 - Slide

Leasing
Huur

Geen lening --> geen aflossing

Investering in het product, onkosten en waardevermindering van het product.

Slide 7 - Slide

Huurkoop en leasing
Huurkoop: eigenaar na betaling laatste termijn
Leasing: huur van duurzaam gebruiksgoed over langere tijd

Slide 8 - Slide

 Doorlopend krediet
  • Maximaal afgesproken bedrag: kredietlimiet.
  • Je hoeft niet alles te lenen.
  • Je betaalt alleen rente over het gedeelte wat je hebt geleend.
  • betaal je termijn die hoort bij de kredietlimiet
  • Lening afbetalen/aflossen in termijnen.

Slide 9 - Slide

bij huurkoop
A
direct eigenaar
B
bij betaling laatste termijn
C
als de rente veranderd
D
nooit

Slide 10 - Quiz

Wat is kopen op afbetaling?
A
Als je onderhandelt en het product goedkoper krijgt.
B
Je krijgt het product nu zonder te betalen. Je betaalt later met rente.
C
Je mag betalen als het jou uitkomt

Slide 11 - Quiz

Wat is onjuist over koop op afbetaling?
A
Je betaalt rente en aflossing
B
Je betaalt in termijnen
C
Je hebt een lening bij de bank
D
Je bent meteen eigenaar van het product

Slide 12 - Quiz

Wat is een doorlopend krediet?
A
Je kan tot een maximaal bedrag lenen. Dit mag je in delen of in een keer opnemen.
B
Rood staan
C
Je leent een bedrag en betaalt in gelijke termijnen terug
D
Leasen

Slide 13 - Quiz

Wanneer ben je eigenaar bij leasing?
A
Bij levering
B
Als alle termijnen zijn betaald
C
Nooit
D
Als het contract afloopt

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de leningsvorm waarbij je tot een bepaald bedrag op afbetaling mag kopen tot een afgesproken kredietlimiet?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Hypotheek

Slide 15 - Quiz