Bij het fietsen beweegt Klaas met een constante snelheid. De spierkracht die Klaas levert is 600 N.
a. Bereken de arbeid die klaas verricht als hij 1500 m fietst
b. Hoe groot is de weerstandskracht
c. Hoeveel arbeid verricht de weerstandskracht over dezelfde 1500 m