Domein Zuid-Amerika

Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.




timer
2:00
Welkom
Doe dit even:
Graag een beetje geduld: het opstarten kan even duren.
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeWOStudiejaar 6

This lesson contains 40 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.




timer
2:00
Welkom
Doe dit even:
Graag een beetje geduld: het opstarten kan even duren.

Slide 1 - Slide


Vandaag
- oefenen domein Wereld
- Vervolg SE-III training met uitleg domein Zuid-Amerika

Slide 2 - Slide

Telefoon in telefoontas of eigen tas

Slide 3 - Slide

Pak een Chromebook

  • Wat?  Maken onlineslagen taken domein aarde
  • Klaar? Bestuderen video's 
timer
30:00

Slide 4 - Slide

...wat we aan het doen zijn...

Slide 5 - Slide

SE-III = richting het eindexamen

Slide 6 - Slide

Opbouw SE-III + CSE
  • Opgave 1 - Wereld
  • Opgave 2 - Wereld
  • Opgave 3 - Aarde (klimaten)
  • Opgave 4 - Aarde (Endogene en Exogene processen)
  • Opgave 5 - Zuid-Amerika (sociale geografie)
  • Opgave 6 - Zuid-Amerika (fysische geografie)
  • Opgave 7 - Leefomgeving (rivieren) 
  • Opgave 8 - Leefomgeving (stad)

Slide 7 - Slide

Vandaag
  • Opgave 1 - Wereld
  • Opgave 2 - Wereld
  • Opgave 3 - Aarde (klimaten)
  • Opgave 4 - Aarde (Endogene en Exogene processen)
  • Opgave 5 - Zuid-Amerika (sociale geografie)
  • Opgave 6 - Zuid-Amerika (fysische geografie)
  • Opgave 7 - Leefomgeving (rivieren) 
  • Opgave 8 - Leefomgeving (stad)

Slide 8 - Slide

Zuid-Amerika: wat moet je kunnen? Aandachtspunten
  • Zuid-Amerika op hoofdlijnen vergelijken met een andere ontwikkelingsregio op basisvan natuurlijke, sociaaleconomische en sociaal-culturele kenmerken.
  • Verschillen en overeenkomsten tussen Zuid-Amerika en een andere ontwikkelingsregio ten aanzien van sociaaleconomische en sociaal-culturele kenmerken verklaren.
  • Vergelijkenderwijs toekomstscenario’s beschrijven ten aanzien van de verdere ontwikkeling van Zuid-Amerika en van een andere ontwikkelingsregio.

Slide 9 - Slide

Zuid-Amerika: wat moet je kunnen? Aandachtspunten
  • Ontwikkelingsprocessen in Zuid-Amerika vergelijken in ruimte en tijd.
  • Ontwikkelingsprocessen in Zuid-Amerika analyseren vanuit verschillende dimensies.
  • Het relateren van economische en demografische ontwikkelingsprocessen in Zuid-Amerika.
  • Investeringen in Zuid-Amerika relateren aan de gevolgen voor het milieu en de inheemse bevolking.
  • Zuid-Amerika plaatsen in de context van globaliseringsprocessen op verschillende schaalniveaus.

Slide 10 - Slide

Stukje theorie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Klimaat  Zuid-Amerika
Vrijwel alle klimaten (A, B, C en E) komen voor in Zuid-Amerika. Alleen D-klimaten komen er niet voor, vanwege het ontbreken van grote landmassa's op hoge breedte. 

Slide 21 - Slide

Klimaten en El Niño

  • Je kunt de klimaten van Zuid-Amerika beschrijven en verklaren. 
  • Je kunt het ontstaan en de gevolgen van El Niño beschrijven en verklaren

Slide 22 - Slide

Gematigde klimaten (C)
Wanneer je vanaf de evenaar richting het zuiden beweegt, wordt het kouder.  Vooral de zuid-oostkust van Zuid-Amerika wordt gekenmerkt door C-klimaten. Verder komen in Zuid-Amerika regionaal C-klimaten voor door de Andes: Op zeeniveau zou er sprake zijn van A-klimaten, maar door het gebergte is de temperatuur lager, waardoor er sprake is van een C-klimaat. 
Hoe hoger hou kouder. Als er op zeeniveau een A-klimaat is, dan ontstaat er bij een berg op die plek een C klimaat (en soms zelfs een E-klimaat)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Noordelijke helft Zuid-Amerika ligt volledig in de tropen
Toch zijn er grote verschillen te vinden.

Hoe ontstaan de verschillen?
  • temperatuur
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- en lijzijde

Slide 25 - Slide

In Zuid Amerika zijn er drie soorten vegetatiezones met een savanneklimaat (Aw)
Grassavanne met bomen
  • LLanos 
Savanne met doornstruiken en galeriebossen langs de rivieren
  • Caatinga
Boomsavanne
  • Cerrado

Slide 26 - Slide

In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag: mangrovebossen 

Mangrovebossen staan met de wortels in brak en zout water. Ze kunnen ook groeien in gebieden met weinig neerslag.

Slide 27 - Slide

In Patagonie zijn er eindeloze grasvlakte's:
Pampa's


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones worden bepaald door klimaatfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging
  • loef/lijzijde (ligging van gebergten)
  • invloed zee- en luchtstromen
  • Land/zee-verdeling

  • Wat verstoort af en toe het patroon van zee- en luchtstromen? 
El Nino

Slide 31 - Slide

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
  1. Zonnestralen warmte verliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
  2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 32 - Slide

Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 33 - Slide

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging -0,6 graden)

Slide 34 - Slide

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 35 - Slide

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels: 
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.

Slide 36 - Slide



Het Andesgebergte




Loef- en lijzijde

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

klimaten verklaren
Klimaat en landschapszones:
Noordelijke helft Zuid-Amerika = tropisch (Af). Verder beinvloeden hoogte de temperatuur (Cf en EH) en loef- en lijzijde de neerslag (Aw). Noordoosten droogtes (BS).

Zuidwaarts: steppe- en woestijnklimaten. Zuidelijkste puntje is gematigd zeeklimaat. 




Slide 39 - Slide

 klimaten verklaren
Klimaatfactoren:
Klimaat- vegetatie en landschapszones worden bepaald door: geografische breedteligging, hoogte, noord-zuidligging, Andesgebergte en de invloed van zee- en luchtstromen.

Overheerstende zuidoostpassaat blaast waterdamp over Amazonebekken naar de Andes. zuidelijker zorgte de aflandige winden voor droogte aan de oostzijde van de Andes. Regenschaduw is dus aan de keerzijde.  




Slide 40 - Slide