This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Module-inzicht: Je houding heeft invloed op jouw ontwikkeling.
Lesinzicht: Het aannemen van een growth mindset helpt je om ergens beter in te worden.
Relevante pagina's uit het Slim Jezelf Zijn-boek: p. 24 en 25
Na deze les
Weet je hoe je makkelijker
overal beter in kunt worden.
Slide 2 - Slide
Lees de slide voor.
Leerdoelen van deze les:
De leerling kan het verschil benoemen tussen een growth en een fixed mindset.
De leerling weet hoe zijn/haar mindset het leerproces beïnvloedt.
De leerling kan de eigen mindset herkennen.
De leerling kan een fixed mindset omzetten in een growth mindset.
Wat weet je al?
Ga allemaal staan.
Er volgen hierna twee stellingen.
Kies het antwoord en loop naar de linker- of rechterkant van het lokaal.
Slide 3 - Slide
Lees de slide voor.
Zorg ervoor dat de leerlingen allemaal in het midden van de klas staan als de stelling wordt gegeven.
Benoem dat de leerlingen het antwoord moeten kiezen waarvan zij zelf denken dat dat het goede antwoord is.
"Als je niet goed bent in dansen,
zal je dat ook nooit worden."
Slide 4 - Slide
Lees de stelling voor.
Laat de leerlingen een kant kiezen.
Vraag aan enkele leerlingen om hun antwoord toe te lichten.
"Je hebt talent nodig om
goed te worden in wiskunde."
Slide 5 - Slide
Lees de stelling voor.
Laat de leerlingen een kant kiezen.
Vraag aan enkele leerlingen om hun antwoord toe te lichten.
Slide 6 - Slide
Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen het zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze kiezen wat ze hier verder mee willen doen.
Mindset
Hoe je over je talenten, intelligentie en ontwikkeling denkt, noem je 'mindset'.
Slide 7 - Slide
Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.
Slide 8 - Video
Speel het filmpje af.
Vraag eventueel aan een leerling of ze kunnen samenvatten wat er in het filmpje werd verteld.
Growth en fixed mindset
Growth mindset gedachten helpen je bij het leren, terwijl fixed mindset gedachten het leren juist
lastiger maken.
Slide 9 - Slide
Extra informatie
Leerlingen komen tijdens het leren veel uitdagingen tegen. Een growth mindset helpt hen om bezig te zijn met het proces van leren. Hierdoor gaan ze makkelijker uitdagingen aan, geven ze minder snel op en leren ze meer van fouten. Leerlingen met een fixed mindset tijdens het leren zijn meer gericht op het resultaat. Daarom hebben ze over het algemeen meer negatieve emoties als het leren niet lukt, leren ze minder van fouten en geven ze sneller op. Als je ergens beter in wil worden helpt het dus om een growth mindset aan te nemen.
Fixed Mindset:
Alles wat je kunt, is een kwestie van:
Je kan het of
je kan het niet.
Growth Mindset:
Je kunt dingen
aanleren.
Je kunt dus ergens beter in worden.
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
Groei mindset
Fixed mindset
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Hersenen Quiz
Maak tweetallen.
Er volgen hierna vijf vragen.
Één van de twee geeft antwoord via LessonUp.
Voor een goed antwoord krijgt jouw duo één punt.
Het duo met de meeste punten wint de quiz!
Slide 12 - Slide
Lees de slide voor.
Zorg ervoor dat de tweetallen samen via één device antwoord geven via lessonup.app
De duo's mogen met elkaar overleggen.
Hoeveel procent van je hersenen bestaat ongeveer uit water?
A
75%
B
95%
C
55%
D
33,4%
Slide 13 - Quiz
Lees de vraag voor.
Laat de duo's antwoord geven.
Het goede antwoord is 75%
Slide 14 - Video
Speel het filmpje af.
"Jij bent een danser. Wij doen iemand na die danst". Bij welke mindset hoort deze opmerking?
A
Growth mindset
B
Fixed mindset
Slide 15 - Quiz
Lees de vraag voor.
Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Door te zeggen "Jij bent een danser" gaat Beau ervan uit dat dit een aangeboren talent van iemand is en dat hij er dus nooit beter in kan worden, omdat hij zogenaamd geen danser is. Dit is dus een voorbeeld van een fixed mindset.
Bij welke mindset hoort de volgende uitspraak? "Ik ben hier super goed in"
A
Growth mindset
B
Fixed mindset
Slide 16 - Quiz
Lees de vraag voor.
Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
"Ik ben hier super goed in" verondersteld dat je uitgeleerd bent en er niet meer beter in kunt worden. Dit is dus ook weer een voorbeeld van een fixed mindset. Wanneer je hier een growth mindset van zou maken, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen "Ik ben op de goede weg".
Wat doet iemand met een growth mindset als hij/zij vastloopt bij wiskunde?
A
Stoppen en iets anders gaan doen
B
Nog eens op dezelfde manier proberen
C
Om hulp vragen
D
Overschrijven
Slide 17 - Quiz
Lees de vraag voor.
Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Het goede antwoord is C. Dit is het enige voorbeeld waarbij je het op een andere manier gaat proberen op te lossen en er op deze manier van kunt leren en beter in kunt worden. Bij de andere voorbeelden word je er niet beter van en leer je er ook niets van.
Hoeveel kilometer aan bloedvaatjes bevatten je hersenen?
A
500 kilometer
B
50.000 kilometer
C
500.000 kilometer
D
160.000 kilometer
Slide 18 - Quiz
Lees de vraag voor.
Laat de duo's antwoord geven.
Het goede antwoord is 160.000 km.
Waar zou jij meer een 'growth mindset' in willen ontwikkelen?
Slide 19 - Open question
Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
Bespreek enkele antwoorden.
Slide 20 - Slide
Extra informatie
'Mijn experiment' is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren.
Wij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is.
Voorbeelden van een experiment
Ik ga in mijn volgende tussenuur bedenken voor welke vakken ik een fixed mindset heb en voor welke een growth mindset en schrijf dit op.
Ik ga voor het leren voor mijn volgende wiskundetoets een growth mindset aannemen door wanneer ik iets niet snap, hulp te vragen in plaats van op te geven.
Wanneer ik vanmiddag bij het maken van mijn huiswerk merk dat ik een fixed mindset-gedachte heb, schrijf ik deze gedachte op en maak ik er een growth mindset-gedachte van.
Slide 21 - Slide
Lees de slide voor.
Laat de leerlingen een van de experimenten kiezen die zij de komende week gaan uitproberen.
Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij dat ook kiezen. Daarbij is het wel belangrijk dat het concreet is.
De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen.
Wat wordt jouw experiment? Kies een van de voorbeelden of bedenk zelf een experiment
Slide 22 - Open question
Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
Wanneer een experiment nog niet zo concreet is, kan je er op doorvragen. ("Wat ga je precies doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?").