Academie blok 1.1 Gaswisseling en ademhaling

 de ademhaling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 de ademhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat is de functie van ademhaling??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
opnemen van O2 en afscheiden CO2

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ademhaling is willekeurig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de normaalwaarde?
Ademhaling
A
120/80mmHg
B
15-20
C
60-100
D
36,5-37,5

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De ademhaling is:
A
0-5 keer per minuut
B
5-10 keer per minuut
C
10-15 keer per minuut
D
15-20 keer per minuut

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat observeer je niet
bij de ademhaling?

A
Frequentie
B
Diepte
C
Geur
D
Regelmaat

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Luchtwegen
Mond-/Neusholte
Keelholte
Luchtpijp
Bronchiën
Bronchiolen
Longblaasjes

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats met de longhaarvaten

Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Slide 10 - Slide

Dat begint bij de mond, de neus en de keel; de zogenaamde hogere luchtwegen. Het slijmvlies dat de binnenkant van deze luchtwegen bekleedt, zorgt ervoor dat de lucht al voor een deel bevochtigd wordt en dat kleine zwevende stofdeeltjes neerslaan. Vooral de neus heeft hierbij een belangrijke taak. Is de lucht eenmaal de hogere luchtwegen gepasseerd, dan gaat zij naar de lagere luchtwegen: langs de stembanden, door de luchtpijp en vervolgens door een zich snel vertakkend systeem van luchtpijpjes, de bronchiën, waarna uiteindelijk de longblaasjes bereikt wordt.
De menselijke longen zien eruit als een sponzige op zijn kop hangende boom. De stam is de luchtpijp; een holle buis van ongeveer 12 centimeter lengte en 2,5 centimeter doorsnede. De luchtpijp splitst in twee kleine takken die we de bronchiën noemen. De bronchiën splitsen zich weer in kleinere takjes.
De kleinste takken noemen we de longblaasjes of alveoli. De uiteinden van deze longblaasjes bestaan uit een aantal kleine 'zakjes' met cellen.
De longblaasjes zijn de bladeren van de longen. Het zijn uiterst kleine en tere membraampjes waar de gasuitwisseling met het bloed plaatsvindt. De longen bevatten ongeveer 3 miljoen van deze longblaasjes. Deze blaasjes zorgen voor een oppervlakte van ongeveer 235m2. Elk longblaasje is omgeven door kleine adertjes, capillairen genaamd.
De wand van de longblaasjes is maar 1 cellaag dik. In de longblaasjes zit lucht en om de longblaasjes heen bloed. De scheidingswand tussen bloed en lucht is dus heel dun.

ademhaling start bij je
A
longen en mond
B
mond en neus
C
longblaasjes en mond
D
neus en luchtpijp

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gezonder: ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ademhalen - Slikken - Verslikken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

gaswisseling
zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Ademhaling
BORST-ademhaling:

Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
BUIK-ademhaling:

Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Buik-ademhaling
B
Borst-ademhaling
C
Buik en borst-ademhaling
D
Middenrif-ademhaling

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Les: Longventilatie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Longventilatie

Longvolume (Longinhoud)
Ademvolume
Exspiratoir Reserve Volume (ERV)
Inspiratoire Reserve Volume (IRV)
Restvolume (Longresidu)
Vitale Capaciteit (VC)

VC --> meten met spirometer

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Verschillende samenstelling van lucht
Ingeademde lucht:
- Stikstof                76%
- Zuurstof               20%
- Edelgassen            1%
- CO2                   0,04%
Uitgeademde lucht:
- Stikstof                    76%
- Zuurstof                  16%
- Edelgassen               1%
- CO2                             4%

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Longventilatie

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"


Ingeademde lucht: 20% zuurstof
Uitgeademde lucht: 16% zuurstof
De lucht in de longblaasjes bevat 
ongeveer 13% zuurstof


Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Hersenstam
  • De hersenstam is het oudste hersendeel en bestaat uit korte zenuwcellen. 
  • De hersenstam regelt belangrijke basisfuncties om te overleven, zoals de bloedsomloop, slaap-waakritme, ademhaling en regeling van de spijsvertering.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

REGELING ADEMHALING
Vanuit het ademcentrum in het verlengde merg van de hersenstam.

Het centrum wordt geprikkeld door het koolzuurgasgehalte van het bloed.

Het ademcentrum hoort bij het vegetatieve = autonome = onwillekeurige zenuwstelsel.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hyperventilatie


Oorzaak
Te snel of te diep ademhalen, door stress of paniekaanval
Gevolgen:
Intensieve gaswisseling
zuurstof gehalte in bloed blijft gelijk, maar te weinig koolstofdioxide in bloed

Te kort koolstofdioxide in het bloed
Bloed wordt zuurder --> Tintelingen in vingers/handen/lippen, pijn en druk op de borst, duizeligheid
Hersenen geven weinig signalen aan ademhalingsspieren --> ernstige benauwdheid

Oplossing:
Rustige ademhaling: even de adem inhouden en uitblazen (Patiënt afleiden van het probleem)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Roken
TABAKSROOK
Gas = koolmono-oxide 
(bloed kan minder zuurstof vervoeren)

Teer vormt een laagje aan de binnenkant van een longblaasje. Hierdoor kan O2 minder goed worden opgenomen. 

Nicotine heeft een sterk verslavend effect

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Gezonde longen
Rokers longen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions