De farao 2.2

De farao 
paragraaf 2.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De farao 
paragraaf 2.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • terugblik
  • uitleg 2.2
  • filmpje

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat was geen beroep in Egypte?
A
Priester
B
Ambtenaar
C
Monteur
D
Timmerman

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is irrigatie?
A
Zorgen dat het water goed weg loopt van het akker.
B
Water brengen op grond die te droog is voor landbouw.
C
Stuk aangeslibd land buiten de dijk.
D
Nieuw land maken door water weg te pompen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Egypte was een:
A
Industriële samenleving
B
Landbouwsamenleving
C
Landbouw-stedelijke samenleving
D
Stedelijke samenleving

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een staat?
A
Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur
B
Een provincie binnen een gebied
C
Een provincie binnen een land
D
Een land met een koning

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat deden de Ambtenaren van de Farao ?
A
Belasting verzamelen
B
Offers brengen aan de goden
C
De Oogst in de gaten houden
D
Wetten opschrijven en handhaven

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Irrigatielandbouw
  • Om de akkers vochtig te houden, deed men aan irrigatielandbouw
Waarom was die irrigatielandbouw nodig?
Hoe werkte het?

Slide 9 - Slide

Waarom was die irrigatielandbouw nodig?
Hoe werkt het? 
gevolgen
  • aantal boeren nemen de leiding over irrigatiesysteem --> ontvingen belasting
  •  leiders namen ambtenaren en soldaten in dienst 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Egypte wordt een staat

Staat = gebied met grenzen, inwoners en een regering (leiders). de leider van de staat is de vorst.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Egypte wordt één staat
  • Organisatie landbouw -> leiders nodig.

  • Leiders kregen betaald -> Belasting.

  • Ambtenaren hielpen met besturen.

  • Gebied met regering -> Staat

  • Na een tijd twee koninkrijken:
    Beneden-Egypte
    Boven-Egypte..

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Egypte wordt één staat
  • 3000 V.Chr.: Oorlog boven- en Beneden-Egypte.

  • Koning Narmer van Boven-Egypte won.

  • Narmer: Eerste farao

  • Egyptenaren werden één volk ->
    Onderdanen van de farao..

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

 De goddelijke farao
Farao: koning van Egypte en het volk (onderdanen) gehoorzaamt de farao en ambtenaren

- De farao wordt gezien als god
- Hoogste priester + baas irrigatiesysteem
- Hulp van ambtenaren
- Het verhaal van het ontstaan van de farao

De namen van farao's verwijzen vaak naar hun goddelijkheid


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

het ontstaan van het schrift
  • Alles in het land eigendom van de Farao > land, oogsten, vee en voorraden. 

  • Ambtenaren in dienst van de Farao om alles bij te houden > voorraden. Ook moesten wetten (regels) worden opgeschreven.

  • Hieruit het schrift ontstaan > hiërogliefen > beeldschrift met tekeningen uit het dagelijks leven zoals mensen, planten, dieren en voorwerpen. 

  • Hiermee dus een einde aan de prehistorie (tijd voor het schrift). --> begin oudheid 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
  • Lees 2.2 aandachtig door
  • Maak een woordenlijst van de woorden die jij moeilijk vindt en NIET dikgedrukt zijn. Zoek deze woorden op in het woordenboek. Schrijf de betekenis achter het woord. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions