Thema 6 basisstof 5 Het netvlies

Basisstof 5  Het netvlies

Thema 11: Zintuigen

Opdrachten Kennis: 1 t/m 3 (vanaf blz 210)

Samenvatting: 4

Inzicht: 5 & 6


OF Test jezelf b5




1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisstof 5  Het netvlies

Thema 11: Zintuigen

Opdrachten Kennis: 1 t/m 3 (vanaf blz 210)

Samenvatting: 4

Inzicht: 5 & 6


OF Test jezelf b5




Slide 1 - Slide

Doelstelling


Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven

Slide 2 - Slide

Netvlies

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Staafjes

Het zien van contrasten in zwart-wit-grijs

Lage drempelwaarde

Ze worden gebruikt in schemer en licht

Verspreid over het hele netvlies, maar niet in de gele vlek

Kegeltjes

Het zien van kleur


Hoge drempelwaarde

Ze worde gebruikt in het licht


Liggen vooral in de gele vlek en de directe omgeving daarvan

Slide 33 - Slide

Samenvatting

Het netvlies heeft 2 lagen

  1. Laag zintuigcellen met de staafjes en de kegeltjes
  2. Laag zenuwcellen

Gele vlek: Hierin liggen voornamelijk kegeltjes en hierop valt het beeld waar je naar kijkt

Slide 34 - Slide

Samenvatting
Blinde vlek: de plek waar de uitlopers van de zenuwen het oog verlaat richting de hersenen, hiermee zie je niets

Slide 35 - Slide

Opdrachten
Maken opdracht werkboek  26, 28, 29  (blz 75)
 blz 57 t/m 59 tekstboek

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Hoe heten de zintuigcellen van het oog?
A
staafjes en kegeltjes
B
haakjes en oogjes
C
vegertjes en blikjes
D
pionnen en balletjes

Slide 38 - Quiz

Op het netvlies zitten staafjes en kegeltjes. Wat nemen deze waar?

A
Kegeltjes nemen kleuren waar, staafjes licht
B
Kegeltjes nemen 'normaal' licht waar, staafjes kleuren

Slide 39 - Quiz

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 40 - Quiz

Wat is de functie van de kegeltjes en staafjes in het netvlies?

Slide 41 - Open question

Licht valt op de staafjes en kegeltjes. Hoe gaat het nu verder?

Slide 42 - Open question

De gele vlek is de plaats waar...
A
De verhouding kegeltjes en staafjes gelijk zijn zodat je een helder beeld hebt
B
de meeste staafjes zitten en waar je dus het best contouren kan zien
C
de meeste kegeltjes zitten en waar je dus het best kleur kan zien
D
de plaats waar geen kegeltjes en geen staafjes zijn, je ziet dan vooral geel

Slide 43 - Quiz

Hoe heet de vlek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Gele vlek
B
Zwarte vlek
C
Blinde vlek
D
Onzichtbare vlek

Slide 44 - Quiz

Hierin zitten geen zintuigcellen:
A
netvlies
B
gele vlek
C
blinde vlek

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Video