This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Par 4 Welvaart voor iedereen
Slide 1 - Slide
Lezen
Blz 33 tm 35, stukjes Tweede Wereldoorlog, wederopbouw, harmoniemodel, veranderingen in de landbouw
Slide 2 - Slide
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 3 - Slide
Waarom woonden de arbeiders zo dicht bij hun fabriek?
A
Ze vonden hun werk geweldig
B
Ze moesten lopend naar hun werk
C
Alleen daar waren beschikbare woningen
D
Ze hadden ook nachtdienst
Slide 4 - Quiz
Wat moet Nederland volgens Willem I verbeteren, voordat het een modern land kan worden?
A
Landbouw
B
Defensie
C
Infrastructuur
D
Onderwijs
Slide 5 - Quiz
Hoe noemen we de problemen van de arbeiders eind 19de eeuw?
A
Liberale kwestie
B
Corona
C
Sociale kwestie
D
Asociale kwestie
Slide 6 - Quiz
Wie bedacht het kinderwetje van 1874?
A
Johan Rudolf Thorbecke
B
Mark Rutte
C
Koning Willem III
D
Samuel van Houten
Slide 7 - Quiz
Welke politieke partij hoort er bij de socialisten?
A
VVD
B
SDAP
C
ARP
D
D66
Slide 8 - Quiz
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 9 - Slide
Nederland voor WOII
Voor WOII was er in Nederland grote werkloosheid, dit kwam door de economische crisis. In 1940 vielen de Duitsers binnen en bezetten Nederland.
Slide 10 - Slide
Oorlogsschade
De Duitsers roofden machines en treinen uit Nederland.
Arbeidseinsatz.
Tijdens de bevrijding werden grote delen van Nederland in puin geschoten. In 1945 was de oorlog voorbij.
Slide 11 - Slide
Amerikaanse hulp
Het zou lang duren voordat Nederland er weer bovenop zou komen. Gelukkig kreeg Nederland hulp van de VS.
De VS kwamen met het Marshallplan.
Slide 12 - Slide
Marshallplan
Bedacht door minister Marshall, het plan bestond uit giften, leningen, grondstoffen en voedsel voor de landen uit West-Europa om er snel weer boven op te komen.
Slide 13 - Slide
Marshallplan
Redenen Marshallplan:
1. Vrede en rust in Europa.
2. Economie opgang brengen, handel met de VS stimuleren.
3. Samenwerken ipv oorlog.
4. Politieke invloed, communisme stoppen.
Slide 14 - Slide
Wederopbouw
Nederland moest weer opgebouwd worden. De lonen werden laag gehouden, prijs van producten bleef zo ook laag. Nederlandse producten werden wereldwijd verkocht.
Geleide loonpolitiek.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wederopbouw
Jaren '50 zijn de periode van wederopbouw. De Nederlandse aanpak werkte goed. Vanaf de jaren '60 ging het echt veel beter met de economie.
Slide 17 - Slide
Schaalvergroting
In de landbouw werd er na WOII nog veel gewerkt met paarden.
In de jaren '60 waren bijna alle paarden vervangen door machines.
Ook verdwenen de kleine boerderijen en werden de stukken grond per boer steeds groter.
Slide 18 - Slide
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 19 - Slide
Hoe noemen we de periode na WOII in Nederland?
A
de Verlichting
B
Wederopbouw
C
Multiculturele samenleving
D
Industrialisatie
Slide 20 - Quiz
Wat is geen reden voor de invoering van het Marshallplan?
A
Handel met Europa op gang brengen
B
Zorgen voor rust en vrede
C
Verspreiding van het communisme
D
Politieke invloed krijgen in Europa
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen we de inzet van Nederlanders in Duitsland tijdens WOII?
A
Verraad
B
Verzet
C
Arbeidsangriff
D
Arbeidseinsatz
Slide 22 - Quiz
Vanaf wanneer gaat het echt veel beter met de Nederlandse economie na WOII?
A
Jaren '50
B
Jaren '60
C
Jaren '70
D
Jaren '80
Slide 23 - Quiz
En nu?
Aan de slag met de samenvatting?
Slide 24 - Slide
Par 4 Welvaart voor iedereen
Slide 25 - Slide
Lezen
Blz 35 tm 36, stukjes de fabriek in, consumptiemaatschappij, minder werk, oliecrises, handel en transport
Slide 26 - Slide
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 27 - Slide
Hoe noemen we de periode na WOII in Nederland?
A
de Verlichting
B
Wederopbouw
C
Multiculturele samenleving
D
Industrialisatie
Slide 28 - Quiz
Vanaf wanneer gaat het echt veel beter met de Nederlandse economie na WOII?
A
Jaren '50
B
Jaren '60
C
Jaren '70
D
Jaren '80
Slide 29 - Quiz
Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
Industriele revolutie begint in Engeland
SDAP wordt opgericht
Industriele revolutie begint in Nederland
Algemeen mannenkiesrecht
Slide 30 - Drag question
Waarom koos Willem I juist voor Twente als textielindustrie-gebied?
A
Daar was hoge werkloosheid
B
Ligt dichtbij Duitsland, makkelijker voor de handel
C
In Twente had men al wat verstand van textiel
D
Daar zaten rijke ondernemers
Slide 31 - Quiz
Hoe noemen we de problemen van de arbeiders eind 19de eeuw?
A
Liberale kwestie
B
Corona
C
Sociale kwestie
D
Asociale kwestie
Slide 32 - Quiz
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 33 - Slide
Welvaart
Het ging economisch beter, de welvaart nam toe. Nederlanders konden beter voorzien in hun basisbehoeften. Er was zelfs geld voor luxeartikelen.
Slide 34 - Slide
Luxe
Toppunt van luxe was de auto.
In de jaren ‘60 konden mensen een tweedehands auto kopen.
Mobiliteit werd groter.
Geen trein, fiets of bus meer.
Vakantie naar het buitenland.
Slide 35 - Slide
Consumptiemaatschappij
Nederland werd door de loonstijging een consumptiemaatschappij.
Een maatschappij waar veel dure luxeartikelen werden aangeschaft.
Nederland veranderde.
Slide 36 - Slide
Stijgende olieprijzen
In de jaren ‘70 stegen de olieprijzen.
Brandstof en produceren werd duurder.
Het was niet meer van zelfsprekend dat de welvaart verder steeg.
Slide 37 - Slide
Oliecrisis 1973
In 1973 draaiden de olieproducerende landen in het Midden-Oosten de oliekraan dicht. Ze waren boos op het Westen om hun steun aan Israel. Deze crisis maakte duidelijk hoe kwetsbaar onze economie is.
Slide 38 - Slide
Economische dip
De economie raakte in een dip.
Door automatisering verloren veel mensen hun baan.
Machines namen het werk over.
Werk verdween ook naar de ‘lagelonenlanden’.
In de jaren ‘90 steeg de welvaart pas weer.
Slide 39 - Slide
Na WOII
Na WOII veranderde Nederland van een gesloten samenleving in een open samenleving.
Er stroomden mensen met nieuwe culturen binnen:
Mensen uit Indonesie
Gastarbeiders
Surinamers
Vluchtelingen
Slide 40 - Slide
Gastarbeiders
In de jaren ‘60 kwamen er gastarbeiders naar Nederland om te werken.
Turkije en Marokko.
Ze zouden tijdelijk in Nederland blijven.
Gezinshereniging.
Slide 41 - Slide
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 42 - Slide
Veel Turkse en Marokkanen kwamen in de jaren '60 binnen als?
A
Vluchteling
B
Seizoensmigrant
C
Gastarbeider
D
Migrant uit de kolonien
Slide 43 - Quiz
Gastarbeiders die in Nederland kwamen moesten hun land verlaten omdat zij daar niet veilig waren.
A
waar
B
niet waar
Slide 44 - Quiz
Noem twee luxe-artikelen die in jaren '60 door Nederlanders gekocht konden worden.
A
Laptop en auto
B
Auto en mobiele telefoon
C
Auto en televisie
D
Koelkast en mobiele telefoon
Slide 45 - Quiz
Welke twee oorzaken zorgden voor de verminderde werkgelegenheid van laaggeschoolde mensen?
A
Machines nemen het werk over en werk verdwijnt naar Amerika
B
Werk verdwijnt naar hoge lonenlanden en de regering wil geen productiewerk meer
C
Machines nemen het werk over en werd verdwijnt naar lagelonenlanden
D
Machines nemen het werk over en veel fabrieken moesten sluiten ivm milieuvervuiling
Slide 46 - Quiz
In welk jaar was de eerste oliecrisis?
A
1973
B
1975
C
1977
D
1979
Slide 47 - Quiz
En nu?
Ga aan de slag met de opdracht.
Tien begrippen/personen/jaartallen/gebeurtenissen.