Herhalen 7.2

       Wat weet je nog?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

       Wat weet je nog?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is internationale arbeidsverdeling?
A
Producten worden zo dichtbij mogelijk gemaakt
B
Producten worden gemaakt waar ze dit het beste kunnen
C
Producten worden gemaakt waar ze dit het goedkoopste kunnen
D
Dit komt door nieuwe technologieën.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Internationale arbeidsverdeling ontstaat door..........
A
internationale concurrentie
B
nationale concurrentie
C
protectionisme
D
vrijhandel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de omschrijvingen naar het juist begrip.
wederuitvoer
import
export
Geïmporteerde product naar België verzenden 
Je koopt een product die uit China komt
Een bedrijf verkoopt tulpen aan Italië 

Slide 4 - Drag question

Elektrische apparatuur uit Azië komt in Nederland aan en wordt geschikt gemaakt voor de Europese markt alvorens doorverkocht te worden. of:
Nederland importeert goederen, handelt alle regels rond protectiemaatregelen af, waarna de producten binnen de EU vrij verhandeld kunnen worden.

Protectiemaatregelen
Importbeperkende maatregelen
Exportbevorderende maatregelen
Invoerverbod
Contigentering
Importheffingen
Exportsubsidie

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Contigentering betekent ...
A
beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
B
vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
C
beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het percentage van ons nationaal inkomen dat we verdienen met export?
A
Importquote
B
Open economie
C
Contigentering
D
Exportquote/percentage

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het straatarme Malawi mag haar houtproducten in de Europese Unie verkopen. Om te voorkomen dat dit te goedkoop is voor de Europese markt heft de EU een belasting van 0,50 euro per product.
Hoe noem je deze protectiemaatregel?
A
Contigentering
B
Invoerrechten
C
Importquota
D
Importheffingen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gevolg van vrijhandel?
A
Concurrentie neemt toe
B
Concurrentie neemt af
C
Er is geen verschil

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij vrijhandel?
A
Importheffingen
B
Open grenzen
C
WTO
D
Productieketen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Door lage wisselkoersen wordt een land goedkoop voor andere landen. Daardoor stijgt de import en daalt de export.

A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke invloed heeft een wisselkoersstijging van de euro ten opzichte van de dollar op de Nederlandse import en export?
A
De euro wordt naar verhouding meer waard: Nederland gaat meer importeren en minder exporteren
B
De euro wordt naar verhouding minder waard: Nederland gaat meer importeren en minder exporteren
C
De euro wordt naar verhouding meer waard: Nederland gaat minder importeren en meer exporteren
D
De euro wordt naar verhouding minder waard: Nederland gaat minder importeren en meer exporteren

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Einde
Ga verder met herhaling 7.3

Slide 14 - Slide

This item has no instructions