De regels van drie (blz 12 t/m 16)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 1

De regels van drie 

(blz 12 t/m 16)

Wie is opi Kas?

Waarom maken de familieleden zich zorgen over opi Kas?

Waarom vinden oma en mama dat Svanna niet voor opi Kas kan zorgen?

Waarom vinden oma en mama dat Svanna niet voor opi Kas kan zorgen?

Wat bedoelt opi Kas als hij zegt dat hij ‘bijna op’ is?

Waarom roept het kind meerdere keren ‘Plokkfiskur’?

Waarom haalde oma het krukje uit het gangetje?

1. Omdat de tafel te klein was voor vier stoelen.
2. Omdat er te weinig stoelen waren en iemand op het krukje moest zitten.
3. Omdat opi Kas niet op een gewone stoel kon zitten.
4. Omdat het krukje steviger was dan de stoelen.

Waarom wilde het kind niet merken dat opi Kas naar bed ging?

1. Omdat het kind bang was dat opi Kas 'helemaal op' zou zijn.
2. Omdat opi Kas altijd veel lawaai maakte als hij naar bed ging.
3. Omdat het kind niet gestoord wilde worden tijdens het lezen.
4. Omdat opi Kas altijd iets vervelends zei voor het slapengaan.

Waarom vraagt opi Kas aan het kind om voor te lezen?

1. Omdat hij het boek zelf niet kan lezen.
2. Omdat hij van verhalen houdt.
3. Omdat hij wil controleren wat het kind leest.
4. Omdat hij moeite heeft met slapen en iets wil horen.

Hoe reageert opi Kas als hij hoort dat het boek geen verhaal is?

1. Hij vraagt om een ander boek.
2. Hij vindt het niet erg en luistert toch.
3. Hij vraagt het kind om te stoppen met lezen.
4. Hij valt in slaap terwijl het kind leest.