This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhalen en leren thema 2
organen en cellen
leren 2.1 t/m 2.4 en leren onderzoeken
Slide 1 - Slide
Programma
Doorbladeren boek, korte uitleg leerstof op het bord.
Zelfstandig leren
lessonup quizvragen
Slide 2 - Slide
view.publitas.com
Slide 3 - Link
Programma
Doorbladeren boek, korte uitleg leerstof op het bord.
Zelfstandig leren
Hoe? per bs. afbeeldingen bekijken, stukjes lezen, aantekening maken wat je nog niet goed kan, opgaven doornemen/maken
lessonup quizvragen
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Welk van de volgende dingen is een plastide?
A
Zetmeelkorrels
B
Bladmoes
C
Zenuwstelsel
D
Kraakbeen
Slide 5 - Quiz
Wat is geen functie van een stengel?
A
water en voedingsstoffen vervoeren
B
de stengel in de grond zetten
C
dragen van bladeren en bloemen
D
dat de plant rechtop kan staan
Slide 6 - Quiz
Hoe heet het plantenweefsel dat nieuwe houtcellen aanmaakt?
A
Vacuole
B
Huidmondje
C
Opperhuid
D
Cambium
Slide 7 - Quiz
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver
Slide 8 - Quiz
Hoe heet onderdeel van het blad waar vaatbundels doorheen lopen?
A
Bladsteel
B
Bladmoes
C
Hoofd- en zijnerven
D
Bladschijf
Slide 9 - Quiz
Wat wordt er vervoerd door het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Glucose
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Water en koolstofdioxide
Slide 10 - Quiz
Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 2
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole
Slide 11 - Quiz
Een deel van het blad is uitvergroot. Hoe heet dit onderdeel?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Huidmondje
D
Celwand
Slide 12 - Quiz
Wat is de functie van het vatenstelsel in een plant?
A
de plant rechtop houden
B
stevigheid geven aan een plant
C
voedingstoffen vervoeren in de plant
Slide 13 - Quiz
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 14 - Quiz
Wat is geen orgaan van een plant.
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stuifmeel
D
Stengel
Slide 15 - Quiz
VB:Bij welk weefsel van een volwassen mens zit er tussen de cellen de meeste stof die elastisch is?
A
Botweefsel.
B
Kraakbeenweefsel.
C
Spierweefsel.
Slide 16 - Quiz
18. Welk onderdeel vind je niet in een cel van een hond, maar wel in een cel van een blad van een rozenplant
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma
Slide 17 - Quiz
In de afbeelding zijn delen van het lichaam van een mens getekend. Telkens is een klein stukje verder uitvergroot. In welke tekening is een weefsel weergegeven?
A
in tekening 1
B
in tekening 2
C
in tekening 3
D
in tekening 4
Slide 18 - Quiz
Voordat je met de microscoop gaat werken, controleer je altijd eerst de beginstand. Wat is de beginstand van de microscoop?
A
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
B
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
C
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
D
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
Slide 19 - Quiz
Een plant maakt zijn eigen voedsel in de bladeren.
Waar in de bladeren gebeurt dit vooral?
A
Vooral in het bladmoes.
B
Vooral in de bladsteel.
C
Vooral in de nerven.
Slide 20 - Quiz
Wat is de functie van de wortel?
A
water opnemen
B
Opslag
C
fotosynthese
D
Water opnemen + opslag
Slide 21 - Quiz
Welk orgaanstelsel is dit?
A
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 22 - Quiz
De torso: Hoe heet het grijze orgaan?
A
De slokdarm
B
De dikke darm
C
De dunne darm
D
De maag
Slide 23 - Quiz
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 6 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De lever
Slide 24 - Quiz
Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 25 - Quiz
In de tekening zie je een torso en een dwarsdoorsnede van de torso. Op welke plaats is de dwarsdoorsnede gemaakt? Let op: (Selecteer de juiste letter in het antwoord)