Oefentoets thema 10, blok 3 en 4

Oefentoets thema 10, blok 3 en 4
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets thema 10, blok 3 en 4

Slide 1 - Slide

In de bron zie je gegevens van landen in Europa
tussen 1880 en 1914.
Leg uit welk land in 1910 de grootste bevolking had
én welk land had in 1914 het grootste aantal soldaten?


Slide 2 - Open question

Van wanneer tot wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
A
1915-1920
B
1940-1945
C
1915-1921
D
1914-1918

Slide 3 - Quiz

Duitsland is opgericht na
A
WOI
B
WOII
C
Frans-Duitse oorlog
D
Napoleontische oorlog

Slide 4 - Quiz

Wie was Franz Ferdinand?
A
Kroonprins van Oostenrijk-Hongarije
B
Een belangrijke generaal van Duitsland
C
De Koning van het Verenigd Koninkrijk
D
De Koning van Italië

Slide 5 - Quiz

Wat heeft de afbeelding te maken met WOI?

Slide 6 - Open question

Indirecte oorzaken
Aanleiding of 
directe oorzaak
Gevolg
Imperialisme
Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Wapenwedloop
Moord op Franz Ferdinand
Bondgenootschappen

Slide 7 - Drag question

Welke twee bondgenootschappen waren er in WOI?

Slide 8 - Open question

Sleep de landen naar het juist vlak
Geallieerden
Centralen 
Duitsland
Groot-Brittannië
Frankrijk
Rusland
Oostenrijk-Hongarije
Ottomaanse Rijk

Slide 9 - Drag question

Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied – Grimm

Slide 10 - Open question

Militarisme is
A
Veel industrie willen hebben
B
Veel wapens willen hebben
C
Veel kolonies willen hebben
D
Veel Europese macht willen hebben

Slide 11 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 12 - Quiz

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 13 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 14 - Open question

Wat is een goede omschrijving van het begrip bondgenootschap?
Let op: Formuleer je antwoord goed.

Slide 15 - Open question

Hoe heet het plan om eerst Frankrijk te veroveren en daarna Rusland aan te vallen?

Slide 16 - Open question

Met welk doel is het Von Schlieffenplan bedacht?
A
België overnemen
B
Tweefrontenoorlog voorkomen
C
Heel Europa bezetten
D
Rusland innemen

Slide 17 - Quiz

Waaraan kun je zien dat deze foto gemaakt is in WOI?

Slide 18 - Open question

Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?
A
Verdrag van München
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Versailles
D
Verdrag van Münster

Slide 19 - Quiz

In welk jaar werd de Vrede van Versailles getekend?
A
1914
B
1917
C
1919
D
1920

Slide 20 - Quiz

Noem drie afspraken uit het Verdrag van Versailles?

Slide 21 - Open question

➤Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij: 
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.

Slide 22 - Drag question

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de politieke partij van Hitler?
A
DAP
B
NSB
C
NSDAP
D
SS

Slide 24 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
nationaalsocialisme?
A
De leer van de nazi's (nsdap en Hitler)
B
Dat je neutraal bent
C
Dat je heel erg van je land houdt
D
Dat je van gelijkheid houdt.

Slide 25 - Quiz

Welk begrip past het
best bij deze afbeelding?

A
Hyperinflatie
B
Inflatie
C
Deflatie
D
Aandelen

Slide 26 - Quiz

Wat is het verschil tussen normale inflatie en hyperinflatie?

Slide 27 - Open question

Wat is een 'dictator'?

Slide 28 - Open question

juiste definitie van propaganda
onjuiste defenitie propaganda
Bij een propaganda wil de belang hebbende partij valse informatie verspreiden om aanhangers te winnen
Bij een propaganda wordt informatie verspreid om de belanghebbende partij in een beter zonlicht te zetten

Slide 29 - Drag question

Welke drie belangrijke ideeën had Hitler voor Duitsland?

Slide 30 - Open question

Wat is lebensraum?
A
Meer levensruimte voor Duitsers in Oost-Europa
B
Meer levensruimte voor Duitsers in West-Europa
C
Meer soldaten voor Duitsers in Oost-Europa
D
Meer grondstoffen voor Duitsers in West-Europa

Slide 31 - Quiz

In 1917 ging er nog een land meedoen aan de oorlog, waardoor Duitsland verloor.
Welk land was dat?

A
Canada
B
Rusland
C
Sovjet-Unie
D
Verenigde Staten

Slide 32 - Quiz

Welke overeenkomsten zijn er tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie?


A
In beide landen kregen kunstenaars veel vrijheid.
B
In beide landen was er een democratie.
C
In beide landen was er geen vrijheid van meningsuiting.
D
In beide landen werden tegenstanders opgesloten.

Slide 33 - Quiz

Wat was geen doel van Adolf Hitler?
A
Alle etnische Duitsers verenigen in één land.
B
Grondstoffen voor de Duitse industrie.
C
Bondgenoten worden met Engeland in de tegen de Sovjet-Unie.
D
Levensruimte voor de Duitsers > Oost-Europa.

Slide 34 - Quiz

Welke oplossing bedacht Hitler om het 'Jodenprobleem' op te kunnen lossen? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open question

Door welke maatregel waren joden altijd en overal herkenbaar?

Slide 36 - Open question

Geef en omschrijving van het begrip Holocaust
Formuleer een goed antwoord.

Slide 37 - Open question

Wat zijn twee keerpunten van de Tweede Wereldoorlog?

Slide 38 - Open question

Hoe verloren de Duitsers de Tweede Wereldoorlog?

Slide 39 - Open question

De Tweede Wereldoorlog is van:
A
1940-1945
B
1914-1918
C
1902-1908
D
1950-1955

Slide 40 - Quiz

Wat betekent de VN?
A
Verenigd Nederland
B
Vrije Naties
C
Vrij Nederland
D
Verenigde Naties

Slide 41 - Quiz

De VN werd opgericht in
A
1940
B
1945
C
1950
D
1955

Slide 42 - Quiz

Waarom zijn in 1945 de Verenigde Naties opgericht?
Let op: Er zijn meerdere antwoorden juist, je kan er maar één kiezen.

A
Om de joden te beschermen.
B
Om de nazi's te straffen voor hun daden.
C
Om een nieuwe wereldoorlog te voorkomen.
D
Om de rechten van de mensen te beschermen.

Slide 43 - Quiz

Sleep de permanente leden van de Veiligheidsraad naar de vergadertafel

Slide 44 - Drag question

Unicef is onderdeel van de VN
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quiz

Waar zet UNICEF zich voor in?
A
Verbetering van de gezondheid van kinderen
B
Verbetering van voedselproductie
C
Verbetering van onderwijs, wetenschap en cultuur
D
Verbetering van de gezondheidszorg

Slide 46 - Quiz