In het Standaardnederlands is alleen
hij wil juist.
Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil.
De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen. Daar geldt de regel stam + t: ‘Hij hoopt een huis te kopen’, ‘Zij wenst een huis te kopen’, enz.
De vorm wilt past alleen bij jij/je en bij u: ‘Jij wilt vast nog wel wat’, ‘Ik weet niet wat je nou wilt’, ‘U wilt vast een bijdrage leveren’, ‘Wilt u een kopje koffie?’
Meer voorbeelden met wil (het onderwerp is telkens vet gemaakt):
Hij wil alleen maar Hollandse kost.
Wil zij echt gaan fietsen in Patagonië?
Wil uw kind meer zakgeld?
Wil onze tante echt piloot worden?
Sophie wil het liefst met rust gelaten worden.
Kees wil een mooie wedstrijd zien (en hij wil ook dat Sparta wint).
Niemand wil aangifte doen.
Niemand weet wat het Nederlandse volk wil.
Klik op het tabblad ‘Achtergrond’ als je wilt lezen hoe het komt dat hij wil geen -t heeft.