§3.6 De grenzen van België

3.6 De grenzen van België
3.3. Ruimtegebruik
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3.6 De grenzen van België
3.3. Ruimtegebruik

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet hoe België is ingedeeld in gemeenschappen en gewesten.

2. Je begrijpt waarom samenwerking in de SCheldemond en de Kanaalzone belangrijk is.

3. Je kunt in de atlas alle genoemde plaatsen en waterwegen aanwijzen.

Slide 2 - Slide

Topo Wereld
Voor iedereen!

Op vrijdag 19 juni 2020!

Leerlingen groep A op school via Lessonup.
Leerlingen groep B thuis via LessonUp.

Slide 3 - Slide

Eerst nog even dit...
... taal verschillen
... traditie verschillen
... gewoonte verschillen
=
... cultuur verschillen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Grenzen



België grenst aan > FR, DE, NL, VK


Hoe?


Slide 6 - Slide

Grenzen
België heeft 10 provincies

België heeft 3 gemeenschappen (Nederlands, Frans, Duits).

België heeft 3 gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel).

Slide 7 - Slide

Gemeenschappen
De gemeenschappen beslissen over persoonsgebonden zaken:

- cultuur,
- sport,
- onderwijs,
- onderzoek,
- gezondheid, 
- welzijn en
- taalgebruik.



Slide 8 - Slide

Gemeenschappen
In België is alles goed geregeld voor anderstalige.


Slide 9 - Slide

Gewesten
De gewesten bepalen over plaatsgebonden zaken:

- ruimtelijke ordening,
- economie, 
- werkgelegenheid, 
- landbouw, 
- buitenlandse handel,
- gemeente- en provincie wet.

Slide 10 - Slide

Gewesten
De grenzen van de gewesten vormen ook de taalgrenzen.

In Brussel spreken ze beide talen.

Als een gemeente meer Franstalige heeft dan Nederlandstalige, dan moet het een Franstalige gemeente worden, en andersom.

Taal is doorn in het oog, waarom?

Slide 11 - Slide

Afspraken
Goede afspraken tussen BE & NL over Euregio Scheldemond

- Zeehavens
- Rivieren, kanalen
- Tunnels
- Baggeren.

Slide 12 - Slide

Opdracht
1. Lees §3.6 goed door.

2. Heb je vragen over de leerstof, noteer ze en stel een vraag aan je docent.

3. Maak de opdrachten uit je werkboek (korte leerroute).

4. Kijk de opdrachten na met het nakijkboekje in Magister.

5. Oefen de topografie 'Wereld' achterin je werkboek.

Slide 13 - Slide