Unit 3.5 - Speaking

English
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

Planning
1. Weekplanning 
2. Lessonaims Check
3. Speaking


Slide 2 - Slide

Weekplanning








Mk: Unit 3.5, opdr. 1 t/m 9
Lr: Unit 3, lesson 5 (words + sentences)


Voor de vakantie (moet dus al af zijn)
- Unit 3.3, opdr. 1 t/m 9 + 11 (herhaling vorige week)
- Unit 3.4, opdr. 1 t/m 10
Leren:
- Unit 3, lesson 3 + 4

Slide 3 - Slide

Today's lesson aims

Slide 4 - Slide

Doelen van de les
Ik kan vertellen wat ik in de vakantie heb gedaan.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 5 - Quiz

Doelen van de les
Ik kan navertellen wat een ander in de vakantie heeft gedaan.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 6 - Quiz

What did you do during your Spring Break?

Slide 7 - Slide

Speaking
- In Break-out rooms
- Talk about your Spring Break (in English)
- Listen to the others (and write down keywords if needed)


What did ..... do during the Spring Break?

Slide 8 - Slide

Today's lesson aims

Slide 9 - Slide

Doelen van de les
Ik kan vertellen wat ik in de vakantie heb gedaan.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 10 - Quiz

Doelen van de les
Ik kan navertellen wat een ander in de vakantie heeft gedaan.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 11 - Quiz

Unit 3.4: The present continuous

Slide 12 - Slide

The Present Continuous 
Gebruik:
Als je iets op dit moment bezig is.
Als je iets op dit moment aan het doen bent. 

Bijvoorbeeld:
Ik ben aan het lopen.
Wij zitten te werken. 

Slide 13 - Slide

The Present Continuous 
Vorm:
vorm van to be + werkwoord + -ing 

Bijvoorbeeld:
I am teaching. 
She is singing.
We are dancing.
I am eating now. 

Slide 14 - Slide

Een vorm van To Be
To be = am, is, are

I am
He, she, it is
We, you, they are 
TO BE OR NOT TO BE

Slide 15 - Slide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
is doing
C
am doing

Slide 16 - Quiz

The Present Continuous 
Vorm:
vorm van to be + werkwoord + -ing 

Bijvoorbeeld:
I am teaching. 
She is singing.
We are dancing.
I am eating now. 

Slide 17 - Slide

You ..... ............ (wait) for the bus.

Slide 18 - Open question

My parents ..... ............ (watch) TV.

Slide 19 - Open question

Present Continuous
Ontkennend
- am/is/are + not + ww + ing

I am not walking
She is not walking
They are not walking

Slide 20 - Slide

You ..... .... ............ (not - wait) for the bus.

Slide 21 - Open question

Present Continuous
Vragend
- am/is/are + ww + ing

Amsinging?
Is she singing?
Are they singing?

Slide 22 - Slide

.... my parents ............ (watch) TV?

Slide 23 - Open question

Practice Grammar

Grammatica duidelijk?
- Unit 3.5, opdr. 1 t/m 9

Slide 24 - Slide

Homework

Klik hier voor de uitleg en extra oefeningen. 

Maken (alles online):
- Unit 3.5, opdr. 1 t/m 9
Leren:
- Unit 3, lesson 5

Slide 25 - Slide