Bijvoeglijk naamwoorden

Goedemorgen TH1A!
Fijn jullie weer te zien!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen TH1A!
Fijn jullie weer te zien!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Start met 5 minuten in stilte lezen
  • Periode 3 bekijken
  • Uitleg les 54
  • Aan het werk!

Slide 2 - Slide

5 minuten lezen in stilte!

Slide 3 - Slide

Periode 3 bekijken
  • Hoe ziet periode 3 eruit?

  • Wat gaan we deze periode allemaal doen?

Slide 4 - Slide

Spelling les 54
Aan het einde van de les:
  • kan je bij een foto het bijvoeglijk naamwoord schrijven in de juiste vorm;
  • kan je het bijvoeglijk naamwoord goed opschrijven.

Slide 5 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord geeft je meer informatie over het zelfstandig naamwoord.
  • Het leuke meisje.
  • De rode appel.
  • Een vies raam.
  • Een grappige film.

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Wanneer een -e als laatste letter?
het-woorden
de-woorden
het bange kind
een bang kind
de kleine kamer
een kleine kamer
het kleine huis
een klein huis
de grote stad
een grote stad
het rode potlood
een rood potlood
de dikke man
een dikke man
het grote dorp
een groot dorp
de dunne mevrouw
een dunne mevrouw
Je schrijft ALTIJD een -e, behalve wanneer je het lidwoord EEN gebruikt in plaats van HET en als de onverbogen vorm als BN achter het ZN staat.

Slide 7 - Slide

Opdracht
Je krijgt van je docent een foto. Schrijf zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden op bij de foto.
Denk goed na hoe je het bijvoeglijk naamwoord schrijft!

Schrijf het zo op:
De ...................... man
De ..................... stoel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Nu zelf!
Kijk goed naar de foto en schrijf zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden op die passen bij de foto.
Schrijf het zo op:
Lidwoord - Bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

de roze muts
het mooie haar
de blauwe ogen
de lange wimper
de grote kauwgum
de schele ogen
de mooie kin
het lichte haar
de mooie make-up
het witte t-shirt/hemd/top
de lange keel/hals
de nette haren
het kleine voorhoofd
de kleine muts
het bruine/blonde haar
het lange haar     de mooie wimper


Slide 12 - Slide

Aan het werk!
Maken: opdracht 1, 2, 4, 5

Slide 13 - Slide