Hoofdstuktoets op 11/12 oktober gaat over de paragrafen
1.3 Lezen
1.5 Woorden
1.7 Grammatica
1.8 Spelling
Slide 2 - Slide
1.7 Grammatica
Leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp.
In deze paragraaf leer je:
bijzondere werkwoordelijk gezegde
het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord.
Slide 3 - Slide
1.7 Grammatica
Leerdoelen Vandaag
- leren welke bijzondere werkwoordelijk gezegde er zijn.
- leren wat een werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord is.
Slide 4 - Slide
Vandaag
Werkblad bespreken
Slide 5 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Daar hoort ook de persoonsvorm (pv) bij!
Het werkwoordelijk gezegde bestaat dus uit de persoonsvorm (pv) en alle andere werkwoorden in de zin.
Martin heeft een broodje kaas gekocht. wg = heeft gekocht
Slide 6 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst Bijzondere werkwoordelijk gezegde
Soms horen bij het werkwoordelijk gezegde, woorden die geen werkwoord zijn, bijvoorbeeld een voorzetsel (op, in uit, voor) bij een splitsbaar werkwoord.
Splitsbare werkwoorden zijn bijvoorbeeld opeten, inleveren, uitslapen, voordringen
Johan eet zijn broodje op. wg = eet op (opeten) Anna slaapt vanmorgen uit. wg = slaapt uit (uitslapen)
Slide 7 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst Bijzondere werkwoordelijk gezegde
Soms horen er bij het werkwoordelijk gezegde, woorden die geen werkwoord zijn, bijvoorbeeld een voorzetsel bij een splitsbaar werkwoord.
Splitsbare werkwoorden zijn bijvoorbeeld opeten, inleveren, uitslapen.
Johan eet zijn broodje op. wg = eet op (opeten) Anna slaapt vanmorgen uit. wg = slaapt uit (uitslapen)
Slide 8 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst Bijzondere werkwoordelijk gezegde
Het woordjetekan bij het werkwoordelijk gezegde horen.
Isa zit in haar stoel te slapen. wg = zit te slapen
De woorden aan hetkunnen bij het werkwoordelijk gezegde horen.
Martin isaan het gamen. wg = is aan het gamen
Janneke isaan het nadenken wg = is aan het nadenken
Slide 9 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord Een wederkerend werkwoord (wkww) is een werkwoord waar bij het hele werkwoord (de infinitief) zichvoor staat.
Voorbeelden hiervan zijn zich vergissen, zich gedragen, zich schamen.
Het woordje zich past zich steeds aan het onderwerp aan. - ik schaam me - ik gedraag me - jij schaamt je, u schaamt u/zich - jij gedraagt je, u gedraagt u/zich - hij/zij/het schaamt zich - hij/zij/het gedraagt zich - wij schamen ons - wij gedragen ons -jullie schamen je - jullie gedragen je - zij schamen zich - zij gedragen zich
Slide 10 - Slide
1.7 Grammatica
Leertekst werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord
Bij het zinsontleden hoort het woordje zich bij het werkwoordelijk gezegde.
| Ze | schaamt | zich | niet | voor de rommel.| O wg wg
| Mijn broertje | kan | zich | niet | gedragen | tijdens het eten.| O wg wg wg
Slide 11 - Slide
1.5 oefenen grammatica
- Zelfstandig maken opgave 5, 6, 7, 8 en 9 op blz. 67-70
of online Talent Max
Klaar?
- Oefen je woorden online met Talent Max
Of -Oefen je grammatica met 'Test jezelf' op Talent Max
Slide 12 - Slide
1.7 Grammatica
Vandaag geleerd
- welke bijzondere werkwoordelijk gezegde er zijn.
- wat een werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord is.