1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie

H1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld?


vervolg en afronding
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld?


vervolg en afronding

Slide 1 - Slide

Opkomende economie
Brazilie is een opkomende economie. Een land met een snel groeiende productie en welvaart. Steeds meer mensen werken in de industrie en dienstensector, steeds minder in de landbouw.
Op het kaartje zie oa Brazilie en de sectoren waarin mensen werken. De diagram van Brazilie gaat steeds meer op die van een rijk land zoals Zweden lijken. 

Slide 2 - Slide

BRICS-landen
Landen met een snel groeiende economie noemen we ook de BRICS-landen. 
Dit zijn Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.

Slide 3 - Slide

Aziatische tijgerlanden
De 'Aziatische Tijgers' was een bijnaam die gegeven werd aan drie landen in Azië: Singapore, Zuid-Korea en Taiwan & de Speciale Bestuurlijke Regio Hongkong (China). Dit vanwege hun snelle economische ontwikkeling in de jaren '80 en '90. In 1998 kwam hier een eind aan.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke landen vormen samen de BRICS-landen?
A
Brazilie, Rusland, Chili en India
B
Belgie, Rusland, China en Italie
C
Brazilie, Rusland, China Zuid-Afrika en India
D
Brazilie, Roemenië, Chili en India

Slide 6 - Quiz

In welke sector werken steeds minder Brazilianen?
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Diensten
D
Defensie

Slide 7 - Quiz

Wat is géén voorbeeld van globalisering?
A
Een Belg met meubels van Ikea
B
Een Chileen met een Nike-shirt
C
Een Nederlander op klompen
D
Een Amerikaan in een VW

Slide 8 - Quiz

Welk probleem ontstaat er in de steden door gestegen welvaart in Brazilie?
A
Lege supermarkten
B
Een run op airco's
C
Fileprobleem
D
Probleem met de riolering

Slide 9 - Quiz

Planning
- Uitleg H1.2
- Klassikale opdrachten in deze les
-
- Taken nakijken, maken, (zelf) aftekenen

Slide 10 - Slide

Leerdoelen H1.2
- Je weet welke begrippen passen bij de verschillende fasen in de wereldeconomie.
- Je begrijpt de voor- en nadelen van vrijhandel.
- Je kunt aan de hand van kaarten uitleggen hoe de positie van het Verenigd Koninkrijk is veranderd in de wereld.

Slide 11 - Slide

1.2 wereldeconomie
Ontwikkeling van de wereldeconomie

Slide 12 - Slide

Handelskolonialisme
tot 1850
voor handel van
- landbouwproducten (plantages)
- mijnbouwproducten (mijnen)

Slide 13 - Slide

Koloniale handelsverhoudingen 
(1500 - 1950)
- Op het ''hoogtepunt'' van het kolonialisme (1914) waren de twee grootste Europese koloniale machten: Groot-Brittannië + Frankrijk.

- Nederland bezat twee grote kolonies: Nederlands-Indië + Suriname.

- De dekolonisatie verliep snel na WO II.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Handelskolonialisme 
(1500 - 1800)
Kenmerken:
- Kolonies leveren grondstoffen en arbeidskrachten (slaven).
- Langs de kusten ontstaan plantages.

Slide 16 - Slide

Industrieel kolonialisme
(1800 - 1950)
Het industrieel kolonialisme (oftewel imperialisme) is de fase waarin Europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.

Slide 17 - Slide

Waarom is het handelskolonialisme overgegaan in industrieel kolonialisme?
Door de opkomst van de industrie werd het voor Europese landen belangrijk om:

- verzekerd te zijn van de aanvoer van grondstoffen
en
- een afzetmarkt te hebben voor hun industrieproducten.

Slide 18 - Slide

Wat is daarvan het gevolg geweest?
- Vroegere handelsgebieden werden onderdeel van het moederland. Op tal van terreinen - bestuur, onderwijs, handel en ontwikkeling - verstevigde het moederland haar greep op de kolonie. 

- Door de industrialisatie nam de wereldhandel enorm toe, maar de handelsstromen verliepen steeds meer binnen het koloniale rijk.

Slide 19 - Slide

aan de slag: opdracht
Global Shift

  • Ga op je Chromebook naar magister
  • Ga in het linkermenu naar leermiddelen
  • Kies BuiteNLand AK leerjaar 3
  • In het online boek ga je naar H1.1
  • Kies rechts 'extra opdrachten'
  • Maak BOX 1a vraag A t/m D  &  BOX 1b vraag A t/m H
  • KLAAR? Taakwerk maken>nakijken>aftekenen

Slide 20 - Slide

Huiswerk week 38
Maak een samenvatting of mindmap van H1.3 'ontwikkeling in verschillende snelheden'

Slide 21 - Slide

Einde van een oude relatie
(1950 - 1990)
De afloop van WO II levert twee belangrijke veranderingen op in de wereldorde:
1. Dekolonisatie
2. De wereld wordt opnieuw ingedeeld, er ontstaan drie blokken. Het westerse en het communistische blok, met name de VS en de Sovjet Unie, staan lijnrecht tegenover elkaar.

Slide 22 - Slide

Slide 24 - Video

Vrijhandel verandert de wereld
(na 1990)
Na de ineenstorting van de Sovjet Unie in 1989 wordt de wereldorde opnieuw opgeschud. De vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economische systeem op aarde. Een belangrijk kenmerk daarvan is dat de prijs van goederen en diensten wordt bepaald door de wet van vraag en aanbod.

Slide 25 - Slide

OPDRACHT
Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land?
1. Buitenlandse concurrentie
2. Vorming van grote bedrijven
3. Regionale specialisatie
4. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt
5. Goedkopere producten
6. Binnenlandse bedrijven failliet
7. Protectionisme verboden

Slide 26 - Slide

Voordelig

2. Vorming van grote bedrijven
3. Regionale specialisatie
4. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt
5. Goedkopere producten

Waarom?

2. Grote afzetmarkt bereikbaar
3. Land maakt producten waar het goed in is
4. Bedrijf kan internationaal concurreren
5. Consument profiteert

Slide 27 - Slide

Nadelig

1.  Buitenlandse concurrentie
6. Binnenlandse bedrijven failliet
7. Protectionisme verboden

Waarom?

1. Kans op faillissement
6. Buitenlandse concurrentie
7. Geen bescherming eigen bedrijven tegen buitenlandse concurrentie

Slide 28 - Slide

Conclusie
Aandeel in de wereldhandel wordt gestuurd door:
- Politieke ontwikkelingen in de wereld
- Economische ontwikkelingen in landen en in de wereld

Slide 29 - Slide

Topografie Wereld

Maken: achterin je werkboek de kaarten ‘Wereld: landen en hoofdsteden’ én ‘Wereld: steden, gebieden
en wateren’

Slide 30 - Slide

In welke periode werd de wet van vraag en aanbod geïntroduceerd?
A
Handelskolonialisme
B
Koude Oorlog
C
Vrijemarkteconomie
D
Industrieel kolonialisme

Slide 31 - Quiz


Hoe ontstaat economische groei?
A
Door globalisering
B
Door toename van productie
C
Door industrieel kolonialisme
D
Door EPZ's (Export Productie Zones)

Slide 32 - Quiz

Wat hoort er bij de periode 1500-1800?
A
Handelskolonialisme
B
Exploitatiekolonie
C
Dekolonisatie
D
Industrieel kolonialisme

Slide 33 - Quiz

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.
A
WTO
B
Industrieel kolonialisme
C
Triade
D
BRICS-landen

Slide 34 - Quiz


Welke periode in de wereldhandel wordt hier afgebeeld?
A
Industrieel kolonialisme
B
Dekolonisatie net na W.O. 2
C
Einde van de Koude Oorlog
D
Vrijhandel

Slide 35 - Quiz

voor nu

aan de slag met taak 36/37 en verder

Slide 36 - Slide

Huiswerk volgende week 38
Les week 38
maak een samenvatting of mindmap van H1.3 “Ontwikkeling in verschillende snelheden”

Slide 37 - Slide