Amerikaanse verkiezingen 2024 Sena

1 / 47
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leervragen
Waarom hebben we het hierover?
Hoe wordt in de VS een president gekozen?
Wie zijn de Republikeinen en Democraten?`
Wat willen Harris en Trump? 
Hoe verschilt het Amerikaanse politieke systeem van onze democratie in Nederland?

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie over de
Amerikaanse verkiezingen?

Slide 3 - Mind map

Welke banden heeft Nederland met Amerika

- NAVO
- Economische banden
- Geschiedenis
- Technologie

Slide 4 - Slide

Gevolgen voor Nederland
- Veiligheid voor Europa
- Handel
- Mensenrechten
- Technologie

Slide 5 - Slide

Wie heeft de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2020 gevolgd?
Ja, ik heb de verkiezingen wel een beetje gevolgd.
Nee, ik heb de verkiezingen niet gevolgd.

Slide 6 - Poll

QUIZ 
Wie weet het meeste van de Amerikaanse verkiezingen?

Slide 7 - Slide

Hoe lang duurt de regeerperiode van een Amerikaanse president?
A
4 jaar
B
5 jaar
C
6 jaar
D
8 jaar

Slide 8 - Quiz

Wie is de huidige president van Amerika?
A
Donald Trump
B
Barack Obama
C
Joe Biden
D
Kamala Harris

Slide 9 - Quiz

Wanneer zijn de Amerikaanse verkiezingen?
A
5 maart 2024
B
5 juni 2024
C
5 september 2024
D
5 november 2024

Slide 10 - Quiz

Je ziet hier de laatste 5 Amerikaanse presidenten. Wie is wie? Sleep de naam naar de juiste foto.
Bill Clinton
Donald Trump
George W. Bush 
Joe Biden
Barack Obama

Slide 11 - Drag question

Aan de slag!
Maak groepjes. 
Groepje 1: Democraten -Waar staan zij voor? 
Groepje 2: Republikeinen- Waar staan zij voor? 
Groepje 3:  Trump- Wat is zijn rol en belangrijkste punten? 
Groepje 4 : Vance- Wat is zijn rol en belangrijkste punten? 
Groepje 5: Harris- Wat is haar rol en belangrijkste punten? 
Groepje 6 : Walz-  Wat is zijn rol en belangrijkste punten? 
Groepje 7: Bestorming Capitool- Wat is er gebeurt? 

Slide 12 - Slide

Democraten

Slide 13 - Slide

Republikeinen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Actieve rol van overheid vs. Kleine rol van de overheid

Slide 16 - Slide

Republikeinen: rechts/conservatief, behoud wapenbezit, christelijk, gericht op economie, tegen immigratie, kleine overheid
Democraten: links/liberaal, problemen aanpakken, meer gelijkheid, aandacht voor milieu, tolerant(er) tegenover LHBTQ+

Slide 17 - Slide

Verbod op abortus. Het ongeboren leven moet beschermd worden.
Republikeinen
Democraten
Het privébezit op semi-automatische wapens moet onmiddelijk afgeschaft worden.
De overheid moet zorgen dat iedereen toegang heeft tot medische zorg (Obamacare).
De klimaatcrisis is een groot probleem en verduurzaming is echt nodig.
Het homohuwelijk zou niet gelegaliseerd moeten worden.
Arbeidsmigranten uit Mexico en Midden-Amerika moeten met man en macht worden tegengehouden.

Slide 18 - Drag question

Harris 

Slide 19 - Slide

Tim Walz

Slide 20 - Slide

Trump

Slide 21 - Slide

J.D. Vance 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Welk campagnespotje (van Harris of Trump) spreekt jou het meeste aan en waarom?

Slide 25 - Open question

Stel jij had mogen deelnemen aan de verkiezingen, op wie had je dan gestemd?
Donald Trump
Kamala Harris

Slide 26 - Poll

Bestorming Capitool 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Hoe Werken de Amerikaanse verkiezingen

Slide 29 - Slide

Wie gaat de Amerikaanse verkiezingen winnen, denk je?
A
De Republikeinen (Trump)
B
De Democraten (Biden)
C
Anders

Slide 30 - Quiz

0

Slide 31 - Video



Hoe heet het systeem waarbij de winnaar alle kiesmannen krijgt?
A
Winner takes everything
B
Winner takes them
C
Winner takes all
D
Winner winner chicken dinner

Slide 32 - Quiz



Waarop is het aantal kiesmannen in een staat bepaald?
A
Het aantal inwoners
B
De hoeveel belasting die betaald wordt
C
Willekeurig
D
Het oppervlakte

Slide 33 - Quiz



Wat bepaalt dat er per staat minimaal 3 kiesmannen zijn?
A
Niks, het is gewoonte
B
Een aanvulling op de grondwet
C
Dat is geen regel
D
De grondwet

Slide 34 - Quiz



Hoeveel kiesmannen moet je
hebben om president te worden?
A
250
B
538
C
150
D
270

Slide 35 - Quiz


Bekijk de afbeelding. Wie wonnen in 1976 de verkiezingen volgens de kaart?
popular vote = normale stemmen 
electoral vote = kiesmannen
A
Democraten
B
Republikeinen

Slide 36 - Quiz

Uitleg Amerikaanse verkiezingen


Voorverkiezingen: kiesgerechtigden stemmen op de presidentskandidaat van hun partij. Op Super Tuesday stemmen al 9 staten op hun kandidaat.
Politieke partijen: Republikeinen en Democraten. Alleen deze partijen zijn landelijk erkend, maar hieronder kunnen wel kleinere partijen vallen. Er zijn ook Amerikanen die zich als "independents" (onafhankelijken) identificeren.
Indirecte/getrapte verkiezingen: in de VS wordt de president niet rechtstreeks door het volk gekozen, maar via kiesmannen. Met een meerderheid van stemmen kan je dus de verkiezingen verliezen, zoals Hillary Clinton in 2016.
Kiesmannen: elke staat heeft een aantal kiesmannen die vervolgens de president kiezen. Je hebt doorgaans 270/538 kiesmannen nodig om de verkiezingen te winnen.


Slide 37 - Slide

Kamala Harris heeft volgens deze peiling 226 kiesmannen (nog 44 nodig voor de winst)
Donald Trump heeft nu 219 kiesmannen (nog 51 nodig voor de winst)


Slide 38 - Slide

Welke stelling is onjuist?
A
De kandidaat met de meeste kiesmannen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
B
In de VS zijn twee grote landelijke politieke partijen.
C
De kandidaat met de meeste stemmen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
D
Een president kan slechts eenmaal herkozen worden, tenzij hij/zij tussentijds is aangesteld.

Slide 39 - Quiz

Vind je het Amerikaanse systeem eerlijk en democratisch?
A
Ja, de kandidaat met de meeste kiesmannen wint
B
Ja, de kandidaat met het beste programma kan winnen.
C
Nee, want je kan met een meerderheid van stemmen verliezen.
D
Nee, want je kan alleen winnen als je over heel veel geld voor je campagne beschikt.

Slide 40 - Quiz

Nederland
Verenigde Staten
  • Grondwet (sinds 1848*)
  • Constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet)
  • Minister-president als hoofd van de regering
  • Koning is het staatshoofd
  • Eerste en Tweede Kamer hebben wetgevende/uitvoerende functie
  • Onafhankelijke rechterlijke macht
  • Directe Tweede Kamer-verkiezingen
  • Vele politieke partijen

  • Grondwet (sinds 1787), maar elke staat heeft ook eigen wetten
  • Republiek (land zonder koning)
  • President is staatshoofd, hoofd van de regering en opperbevelhebber van het leger. Daarmee ook zeer machtig.
  • Senaat en Huis van Afgevaardigden hebben wetgevende/uitvoerende functie
  • Onafhankelijke rechterlijke macht
  • Indirecte presidentsverkiezingen
  • Twee landelijke politieke partijen

Slide 41 - Slide

Noem een belangrijk verschil tussen het politieke systeem in de VS en Nederland. Gebruik je eigen kennis en wat je net hebt geleerd.

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll