1 Meer dan lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Meer dan lezen

Strategieën

Startopdracht

Ga naar SOMtoday. 

Daar staat bij de jaarbijlagen 'De Brug - Lezen'. 

Maak alle opdrachten in deze bijlage.

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Startopdracht

Hi

Maak de opdrachten van de bijlagen hierboven in je schrift.

Nakijken

 Kijk samen met je buurman of -vrouw de opdrachten na. 

Omcirkel de opdrachten waarbij je veel fouten hebt gemaakt.

1. robot Moflin
2. Mensen die te lui zijn om hun huisdier te verzorgen.
3. alinea 3
4. alinea 2
5. niet waar
6. zoekend
7. C
8. globaal

Antwoorden

1. robot Moflin
2. Mensen die te lui zijn om hun huisdier te verzorgen.
3. alinea 3
4. alinea 2
5. niet waar
6. zoekend
7. C
8. globaal

Wat ging er niet goed?

0

Opdracht

Je krijgt straks 6 situaties te zien. Noteer bij iedere situatie de juiste lees- of luisterstrategie. 

Je leest een interessant artikel uit de krant helemaal.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Je kijkt in een filmrecensie welke onderdelen van de film besproken worden.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Je valt midden in een tv-programma en probeert te achterhalen waarover het gaat.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Je kijkt in de inhoudsopgave van een tijdschrift op welke pagina het artikel staat dat op de omslag wordt aangekondigd.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Je bekijkt een filmpje waarin uitgelegd wordt hoe je een sticker kunt ontwerpen.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Je luistert naar een omroepbericht op het station om te horen van welk perron je vertraagde trein vertrekt.

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Opdracht

Maak opdracht 2 (blz. 11) in je boek.

Nakijken

1. robot Moflin
2. Mensen die te lui zijn om hun huisdier te verzorgen.
3. alinea 3
4. alinea 2
5. niet waar
6. zoekend
7. C
8. globaal

Antwoorden

1.	robot Moflin
2.	Mensen die te lui zijn om hun huisdier te verzorgen.
3.	alinea 3
4.	alinea 2
5.	niet waar
6.	zoekend
7.	C
8.	globaal

Opdracht

Maak opdracht 4 (blz. 13) in je boek.

Nakijken

Nors: onaardig - tegenstelling (vriendelijk)

Aanvankelijk: in het begin - synoniem (eerst)

Zoetwaren: suikerrijk voedsel - voorbeelden (snoep, jam en gebak)

Hint: tip - synoniem (aanwijzing)

Beheerst: kalm - tegenstelling (erg zenuwachtig)

Robotisering: werkovername door apparaten - bekend woorddeel (robot)

Antwoorden

Nors: onaardig - tegenstelling (vriendelijk)

Aanvankelijk: in het begin - synoniem (eerst)

Zoetwaren: suikerrijk voedsel - voorbeelden (snoep, jam en gebak)

Hint: tip - synoniem (aanwijzing)

Beheerst: kalm - tegenstelling (erg zenuwachtig)

Robotisering: werkovername door apparaten - bekend woorddeel (robot)

Opdracht

Maak opdracht 5 t/m 9 (blz. 13) in je boek.

Nakijken

Nors: onaardig - tegenstelling (vriendelijk)

Aanvankelijk: in het begin - synoniem (eerst)

Zoetwaren: suikerrijk voedsel - voorbeelden (snoep, jam en gebak)

Hint: tip - synoniem (aanwijzing)

Beheerst: kalm - tegenstelling (erg zenuwachtig)

Robotisering: werkovername door apparaten - bekend woorddeel (robot)

Antwoorden

Opdracht

Maak opdracht 11 (blz. 17) in je boek.

Nakijken

Nors: onaardig - tegenstelling (vriendelijk)

Aanvankelijk: in het begin - synoniem (eerst)

Zoetwaren: suikerrijk voedsel - voorbeelden (snoep, jam en gebak)

Hint: tip - synoniem (aanwijzing)

Beheerst: kalm - tegenstelling (erg zenuwachtig)

Robotisering: werkovername door apparaten - bekend woorddeel (robot)

Antwoorden

1.	truc
2.	hulpmiddel
3.	't KoFSCHiP
4.	oogkleppen
5.	hulpmiddel
6.	onthouden

Opdracht

Lees Tekst 1.

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is de hoofdgedachte van de tekst? (gebruik je boek voor de antwoorden)

1. De Rotterdamse ... te maken.
2. Door kleding ... een beetje.
3. Je kunt ... te combineren.
4. Op een ... kan maken.

Opdracht

Maak opdracht 2 (blz. 19).

Antwoorden

verschonen	iets vuils vervangen door iets fris.
trend	ontwikkeling
traditionele	gebruikelijke
geaccepteerd	goedgevonden, toegestaan
prominentere	belangrijkere, grotere
assortiment	aanbod

Opdracht

Lees Tekst 2.

Het onderwerp van de tekst is
'kinder- en jongerenkleding'.

1. waar
2. niet waar

De hoofdgedachte van de tekst is:
Hoelang bestaat kinder- en jongerenkleding al?

1. waar
2. niet waar

Neem de tabel over en vul hem in.

Tijd:

Omschrijving:

Verschil:

Laat de laatste kolom leeg.

Antwoorden

Tijd:	Omschrijving:	Verschi l :
vroeger	geen aparte kleding.
18de eeuw	kinderkleding losser en gebaseerd op outfits volwassenen.
20ste eeuw	kledingstijlen liepen verder uiteen.
Vanaf jaren 60	Meer jeans en T-shirts. Meisjes dragen ook broeken. Speciale kleding voor jongeren.