1km woordenschat H1 les 1 - goed

Welkom!
Ga lekker zitten en pak direct je spullen:
- leesboek
- lesboek
- schrift
- pen

timer
2:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten en pak direct je spullen:
- leesboek
- lesboek
- schrift
- pen

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • opening/welkom/mededelingen
  • stil lezen
  • over de so
  • uitleg doelen & theorie + aantekening
  • maken: opdracht 1 en 2 
  • klaar? boek lezen
  • evaluatie les 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Ik weet wat een synoniem is. 

Ik kan synoniemen in een tekst vinden. 

timer
1:00

Slide 3 - Slide

startopdracht blz. 24
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Filmpje kijken
methodesite - aantekening bij laatste stukje

Slide 5 - Slide

H1 Woordenschat blz. 24

  • Synoniemen: woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis. 
  •                     Bijvoorbeeld:
  •                    intelligent - slim
  •                    produceren - maken 
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, zoek je in de tekst naar een synoniem. 

Slide 6 - Slide

Zelfstandig werken - in stilte

Maak 1 en 2 op blz. 24 en 25

Opdracht 2 vraag 6 Lees de opdracht heel precies! 

verschijnsel = 

vorming = 

Heb je een vraag? Lees de opdracht en 

tekst nog eens goed door.   Kom je er echt niet uit? Hand omhoog.  Klaar? Boek lezen!




timer
5:00

Slide 7 - Slide

Nakijken opdracht 1 en 2
Hoe?
  1. Kijk met een andere kleur pen na. 
  2. Zet een krul als je antwoord goed is. 
  3. Is het niet goed? Zet een kruisje en                                          daarachter het juiste antwoord.   

Slide 8 - Slide

Nakijken opdr. 1 (blz. 24)


  • 1 absent – afwezig  
  • 2 ongetwijfeld – zeker  
  • 3 imiteren – nadoen  
  • 4 besmetten – aansteken  



















































































Slide 9 - Slide

Nakijken opdracht 2 blz. 24-25
  1. waarschijnlijk
  2. werken
  3. verschillende
  4.  onderzoeken
  5. A. een familielid of vriend van je

Slide 10 - Slide

Nakijken opdracht 2 blz. 25 - vr. 6

  • verschijnsel – gebeurtenis die je kunt zien of ervaren
  • vorming – ontstaan  

  • tekort – gebrek  

  • oorzaak – reden waarom iets gebeurt  

  • prestatie – iets wat je goed doet  
  • leveren – zorgen dat het er komt  
  • toenemen – versnellen  
  • exact – precies
  • relatie – verband
  • emoties – gevoelens
  • vatbaar – gemakkelijk te beïnvloeden
  • dringend – snel











Slide 11 - Slide

Huiswerk

Datum:  ma 28 september

Maken:

opdracht 1 en 2 blz. 24/25

Van opdracht 2 alleen vraag 1 t/m 5




Slide 12 - Slide

Lesdoelen

Ik weet wat een synoniem is.

Ik kan synoniemen in een tekst vinden. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Op deze school...
... gaan we veilig, vriendelijk en verantwoordelijk met elkaar en onze spullen om.  (3xV)

... werken we optimaal en ongestoord. (2xO)





Slide 15 - Slide