H3D P3 les 2 - BZL (16-02-2021)

Mevrouw van der Biezen
¡Bienvenidos!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mevrouw van der Biezen
¡Bienvenidos!

Slide 1 - Slide

Afspraken online lessen

Slide 2 - Slide

Preguntas 

Slide 3 - Slide

El programa de hoy
  • Corregir los deberes
  • Vocabulario
  • Escuchar

Slide 4 - Slide

WB p.113, ejercicio 12. Repasa
12A Ser o Estar 
1. Guillermo Alejandro ..... el marido de Máxima 
2. Máxima ..... de Argentina. Ahora vive en Holanda. 
3. Argentina ...... en América Latina 
4. Argentina ....... un país muy bonito
5. Los argentinos .... muy simpáticos.
6. El equipo de fútbol argentino .... uno de los mejores del mundo. 
7. ¿Tú ......... en Buenos Aires ahora?
8. No, .... en Holanda. 

Slide 5 - Slide

SER = zijn

1.beschrijving
2.beroep
3.relatie
4.tijdsaanduiding
5.definitie
6.afkomst



1.La chica es inteligente.
2.Maria es profesora.
3.Luis es mi hermano.
4.¿Cuándo es la fiesta?
5.Madrid es capital de España.
6.Soy de Holanda./Soy holandés.

Slide 6 - Slide

t

Slide 7 - Slide

ESTAR = zijn, zich bevinden
plaatsaanduiding -> ¿Dónde está los perros?
tijdelijke situatie -> Yo estoy cansado.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

TB p. 30 y WB A p. 101 ejercicio 1
1A. 1. Waar ligt Argentinië?
2. Wat voor soort landschappen heb je in Argentinië?
3. Wat zijn pampa's?
4. Wanneer is Buenos  gesticht en door wie?
5. Waar staat Argentinië om bekend? noem drie dingen.. 


1B. 1. Argentinië heeft vijf / zes buurlanden
2. Argentinië ligt aan de Stille Oceaan / Atlantische Oceaan 
3. Spaans is de tweede/ officiële taal van Argentinië
4. Argentinië is het grootste / één na grootste Spaanstalige land van Zuid - Amerika
1C. 1. Hoe heet de hoofdstad van Argentinië?
2. Op welk halfrond ligt Argentinië?
3. Wat betekent dit voor seizoenen denk je?
4. Hoe heet de meest zuidelijke punt?
5. Wat voor weer denk je dat het daar is in Augustus?

Slide 10 - Slide

Vocabulario 
Vertaal de volgende woorden, 3.1: 
WB deel A p. 142

1.  alegre  
2. het verhaal
3. de nuevo
4. aardig
5. dejar
6. het is jammer
7. el fin de semana 
8. scheiden
9.  el ganador
10. meedoen, deelnemen





timer
7:00

Slide 11 - Slide

Taaldorp

Slide 12 - Slide

¡A trabajar!
¿Qué? Escuchar: Bron A ¡Vivan los rumores!
              Paso Adelante TB p. 31
              Paso Adelante WB p. 103 & 104, ejercicio 3 + 4
¿Cómo? Individualmente 
¿Tiempo? 20 minutos 
¿Meta?  el uzo del vocabulario 






  


timer
20:00
Luisterfragment

Slide 13 - Slide

Los deberes 
Leren: 
Vocabulario 3.2 

Maken: 
 TB p. 31 y  WB p. 103 & 104, ejercicio 3 + 4
Werken aan gesprek van taaldorp 

Slide 14 - Slide