7.3 Zwaartekracht

7.3 Zwaartekracht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

7.3 Zwaartekracht

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg 7.3 
Opdrachten 7.3

Slide 2 - Slide

Welke 3 eigenschappen bij kracht zijn belangrijk?

Slide 3 - Open question

Welke is niet waar?
A
Een krachtpijl tekenen we met potlood en een liniaal.
B
De richting van de pijl moet in de richting van de kracht getekend worden.
C
Een grotere kracht heeft een langere pijl.
D
Bij een pijl moet altijd Fz genoteerd worden.

Slide 4 - Quiz

Je hebt een kracht van 40 N.
1 cm= 2 N.
Hoelang moet je de pijl tekenen?
A
40 cm
B
20 cm
C
10 cm
D
2 cm

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
  • uitleggen wat massa en zwaartekracht is;
  • de zwaartekracht uitrekenen met de formule;
  • het zwaartepunt tekenen van een voorwerp.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Zwaartekracht berekenen
Formule:
Zwaartekracht = massa x 10            of               Fz = m x 10
(de 10 staat voor de aarde, op andere planeten is dat getal anders)

Fz = zwaartekracht in Newton (N)
m = massa in kilogram (kg)

Let op!: Vergeet de massa niet om te rekenen in kg

Slide 8 - Slide

Omrekenen kg en g

Slide 9 - Slide

4 stappen
1. Formule noteren
2. Getallen noteren (+eventueel omrekenwerk)
3. Berekening noteren
4. Antwoord met eenheid noteren

Slide 10 - Slide

Zwaartekracht
Fz= m x 10                  of   m=Fz : 10
(alleen 10 op aarde, voor een ander planeet is het anders)

Voorbeeld: Je gooit een bal van 200 gram. Bereken de zwaartekracht:
1. Fz= m x 10
2. 200:1000= 0,2 kg
3. 0,2 x 10 =
4. 2 N

Slide 11 - Slide

Bereken de zwaartekracht op je etui van 250 gram. Gebruik de 4 stappen.

Slide 12 - Open question

antwoord
1: Fz=m x 10
2.  250 gram --> (:1000)= 0,25 kg
Gevraagd: zwaartekracht
3. 0,25 x 10=
4. 2,5 N

Slide 13 - Slide

De zwaartekracht is 430 N van een balk. Hoeveel gram weegt deze balk? Gebruik de 4 stappen.

Slide 14 - Open question

De zwaartekracht is 430 N van een balk. Hoeveel gram weegt deze balk? Gebruik de 4 stappen.
1: m= Fz : 10 
2. Fz= 430 N
Gevraagd: Massa in gram
3. m= 430 : 10=
4. 43 kg --> (x1000)= 43000 gram

Slide 15 - Slide

Zwaartepunt
Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht die de aarde uitoefent. De pijl waarmee je de zwaartekracht tekent, begint altijd in het zwaartepunt en wijst loodrecht naar beneden.

Bij gelijkmatige voorwerpen zit het
zwaartepunt altijd in het midden.

Slide 16 - Slide

Hoe kan je het zwaartepunt bepalen van een ongelijk voorwerp?

Slide 17 - Open question

Je zoet waar het voorwerp in balans is, daar ligt het zwaartepunt.

Slide 18 - Slide

Op mars is het zwaartegetal 3,7. Stel je zou daar een bal van 500 gram gooien. Wat is dan de zwaartekracht? Gebruik 4 stappen.

Slide 19 - Open question

Op mars is het zwaartegetal 3,7. Stel is zou daar een bal van 500 gram gooien. Wat is dan de zwaartekracht? Gebruik 4 stappen.
1: Fz= m x 3,7
2. massa = 500 g  massa = 500:1000= 0,5 kg
Gevraagd: Zwaartekracht
3. Fz= 0,5 x 3,7 =
4. 1,85 N is de bal op mars.
Hoeveel is de zwaartekracht op aarde? Laat zien in 4 stappen.

Slide 20 - Slide

Bal op aarde:
1: Fz= m x 10
2. massa = 500 g  massa = 500:1000= 0,5 kg
Gevraagd: Zwaartekracht
3. Fz= 0,5 x 10 =
4. 5 N is de bal op aarde.


Slide 21 - Slide

Opdrachten maken
Maken 7.3


Vragen?/Extra uitleg?

Slide 22 - Slide