2.2 Het land van de farao









Het oude Egypte
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson









Het oude Egypte

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Het Oude Egypte 
  •  3300 v.C. tot 332 v.C.
  •  Landbouwsamenleving
  •  Irrigatie: ???

Slide 4 - Slide

Het Oude Egypte 
  •  3300 v.C. tot 332 v.C.
  •  Landbouwsamenleving
  •  Irrigatie: akker water
      geven

Slide 5 - Slide

Organisatie
  •  Goede organisatie landbouw
  •  Leiders nodig
  •  Bestuur in ruil voor belasting
  •  Soldaten in dienst
  •  Ontstaan ambtenaren

Slide 6 - Slide

Waar zijn goede organisaties in de landbouw voor nodig?
A
Verlagen van belastingtarieven
B
Efficiëntie in productie
C
Duurzaamheid bevorderen
D
Oprichten van een leger

Slide 7 - Quiz

Wat is een functie van ambtenaren?
A
Beheer van overheidstaken
B
Zorg voor wetgeving
C
Leiden van landbouwprojecten
D
Organiseren van militaire campagnes

Slide 8 - Quiz

Wat is de rol van leiders in de landbouw?
A
Beheer van middelen
B
Verhogen van belasting
C
Oprichten van soldaten
D
Zorg voor goede organisatie

Slide 9 - Quiz

De Waterhuishouding
Elk jaar overstroomde de Nijl
Dit zorgde voor twee dingen op het land: water en slib
Door de overstroming te beheersen, groeiden gewassen beter
Het beheersen van water noemen we de waterhuishouding
Slib is een soort van modderige grond. In een rivier zakt dit altijd naar de bodem. Als de hoogte van het water afneemt, blijft slib op de grond achter. Slib is enorm vruchtbaar.

Slide 10 - Slide

Hoe noemen we het beheersen van water?
A
Waterbeheer
B
Watersnood
C
Waterhuishouding
D
Watervoorziening

Slide 11 - Quiz

Wat verbetert door de waterhuishouding?
A
De temperatuur
B
De luchtkwaliteit
C
De groei van gewassen
D
De diersoorten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Egypte één staat
  •  Leiders werden vanaf nu vorst genoemd
  •  Uiteindelijk nog maar 2 over..
  • Koninkrijken: Beneden-Egypte, Boven-Egypte

Slide 14 - Slide

Egypte één staat deel II 
  •  3000 v.C.  Narmer wordt koning van Beneden en Boven-Egypte.
  •  Farao: de goddelijke koning
  •  Een volk van onderdanen

Slide 15 - Slide

Wie werd koning van Egypte rond 3000 v.C.?
A
Narmer
B
Tutankhamon
C
Cleopatra
D
Ramses

Slide 16 - Quiz

Ontstaan van dorpen
Tussen 5000 en 4000 v.C. werd bij de Nijl landbouw ontdekt
Jagers werden boeren. Mensen bleven op één plek: hun dorp.
Een kaart van het oude Egypte. 
let op: De Egyptenaren zagen noord en zuid andersom. Het Noorden noemden ze Beneden-Egypte en het zuiden Boven-Egypte.

Slide 17 - Slide

Het bestuur
  • Hoge ambtenaren: adviseurs, bestuurders van provincies
  • Lage ambtenaren: belastingontvangers, landbouwopzichters
  •  Landbouwproducten als
      belasting

Slide 18 - Slide

Wie zijn de hoge ambtenaren?
A
Bestuurders van provincies
B
Landbouwopzichters
C
Adviseurs
D
Belastingontvangers

Slide 19 - Quiz

De koning of koningin 

- Gezien als god
- Machtig 
- Farao
- Is het belangrijkst
- Heeft slaven
- Leger leiden


Slide 20 - Slide

Wat is een kenmerk van een farao?
A
Machtig
B
Leidt geen leger
C
Is onbelangrijk
D
Heeft slaven

Slide 21 - Quiz

Ontstaan van beroepen
Het land was erg vruchtbaar.
Niet iedereen hoefde boer te zijn, er was genoeg voedsel.
Ze konden andere taken (beroepen) doen.

Slide 22 - Slide



Het Hiërogliefenschrift

Slide 23 - Slide

Het schrift ontstaat
Het besturen van de staat was ingewikkeld
Door simpele tekens konden dingen onthouden worden
Afspraken 
tussen handelaren
2
Wetten en belasting
1
Gedachten delen
3

Slide 24 - Slide

Het hiërogliefenschrift
Het hiërogliefenschrift bestond uit
tekens van mensen, dieren en dingen
Het werd geschreven op klei, steen en papyrus.

Slide 25 - Slide

3

Slide 26 - Video

00:25

Wat kun je aan de versiering zien?
A
Hoe oud het graf is
B
Hoe rijk de farao was

Slide 27 - Quiz

01:08
Wat staat er op de muur in het hiëroglyfen schrift?
A
Hoe oud de farao geworden is
B
Alle prestaties van de farao (wat hij bereikt heeft)

Slide 28 - Quiz

01:35

Wat is een necropolis?
A
Stad van de doden
B
Een soort marktplaats

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video