vakatelier 4 Een Gouden Eeuw

Geschiedenis vakatelier 4: 'Een Gouden Eeuw'
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisHBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Geschiedenis vakatelier 4: 'Een Gouden Eeuw'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Wat hebben deze schilderijen met elkaar gemeen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eregalerij Rijksmuseum

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gouden Eeuw

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Tijdbalken (huiswerk)




- Laat je tijdbalk ook nu weer aan een klasgenoot zien.
- Wat heb je in tijdvak 'vorsten en regenten' genoteerd?

Slide 14 - Slide

kort checken van elkaars werk; niet te lang bij stilstaan, want later in college volgt meer gerichte check.
Kenmerkende aspecten:


5 - TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
a begin van Europese overzeese expansie
b Reformatie en splitsing in de christelijke kerk
c de Opstand, en ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat
d veranderend mens- en wereldbeeld in Renaissance





6 - TIJD VAN VORSTEN EN REGENTEN
a ontstaan van handelskapitalisme en begin van wereldeconomie
b burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland
c het streven van vorsten naar absolute macht
d de wetenschappelijke revolutie


Slide 15 - Slide

Samen met studenten kijken naar wat in kenmerkende aspecten staat over de 17e eeuw.

Slide 16 - Slide

Kanttekening bij term 'Gouden Eeuw'. Waar komt de gevoeligheid vandaan denken studenten? Hier kort gesprek over aangaan in de klas.
Leerdoelen
Je kunt aan het einde van dit vakatelier ….
    • uitleggen waarom de 17e eeuw ook wel de Gouden Eeuw wordt genoemd;
    • verschillende soorten tijdsbeleving onderscheiden;
    • het verloop van de ontwikkeling van tijdsbesef bij (jonge) kinderen beschrijven;
    • de tijdvaknaam ‘regenten en vorsten’ verklaren.

    Slide 17 - Slide

    This item has no instructions

    Het schoolvak Geschiedenis gaat over tijd
    • Wanneer niemand het mij vraagt, weet ik het. Wanneer ik het iemand die het mij vraagt zou willen uitleggen, weet ik het niet.’                                               (kerkvader Augustinus, 354-430)  
    • Tijd is een ongrijpbaar begrip 

    Slide 18 - Slide

    This item has no instructions

    Hoe leren we tijd?
    Ervaren / waarnemen
    • contact tussen verschillende generaties 
    • oude en nieuwe dingen: overblijfselen 
    • een omgeving die verandert  

    Kunstgrepen om tijd te vatten
    •  cyclische tijd (bijv. kalender / klok)
    •  lineaire tijd (bijv. tijdlint / balk) 
    • rekenkundige tijd (bijv. tijdrekening in eeuwen) 

    Slide 19 - Slide

    This item has no instructions

    Soorten tijd
    1. Cyclische tijd (dagelijkse tijd / natuur) 
    2. Sociale tijd (generaties) 
    3. Mythische tijd (oude verhalen) 

    • Deze drie tijdservaringen liggen voor de hand / hebben mensen geen tot weinig moeite mee.
     
    • Maar historisch denken over tijd stelt veel meer eisen aan de mens / is erg complex! 

    Slide 20 - Slide

    This item has no instructions

        4. Historische tijd  

    Ideeën over verleden:
    • volstrekt anders dan heden (vreemde wereld)
    • onvoorstelbaar lang / indeling in perioden
    • wat in de ene tijd hoort, hoort niet in de andere (anachronisme)
    • logica lijkt te ontbreken / toevalligheid (contingentie)

    Slide 21 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 22 - Slide

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 23 - Quiz

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 24 - Quiz

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 25 - Quiz

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 26 - Quiz

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 27 - Quiz

    This item has no instructions

    Welke soort tijd?
    A
    cyclische tijd
    B
    mythische tijd
    C
    sociale tijd
    D
    historische tijd

    Slide 28 - Quiz

    This item has no instructions

    lesideeën groep 1/2
    over cyclische tijd:
    - ontwikkeling van bijv. de rups tot vlinder, verschil dag en nacht, wisseling vier seizoenen;
    - de stappen in eigen dagritme (van opstaan, via schooldag, naar slapen gaan);
    - begrippen van tijdsaanduiding bijv. nu, straks, meteen, morgen, gisteren, ‘toen ik een baby was’;
    - begrippen van tijdsindeling, bijv. uur, dag/nacht, morgen/middag, maandag, lente;
    - de tijd van gebeurtenissen: ze weten dat het tijd kost om iets te doen of te maken;

    Slide 29 - Slide

    This item has no instructions

    lesideeën groep 1/2
    over mythische tijd:
    - verhalen over lang vervlogen tijden, bijv. sprookjes en fabels;

    over sociale tijd:
    - voorwerpen uit de tijd van opa en oma, bijv. typemachine, weegschaal, LP, koffiemolen, draaitol, olielampje;
    - eigen geschiedenis: van baby tot kleuter;
    - feestdagen die thuis worden gevierd;

    Slide 30 - Slide

    This item has no instructions

    lesideeën groep 1/2
    over historische tijd:
    - afbeeldingen van voorwerpen en situaties van het dagelijks leven op chronologische volgorde plaatsen, denk aan kleding, bouwstijl en vervoer;
    - een eenvoudige tijdbalk met een tijdsverloop van (heel) lang geleden tot nu gebruiken:  
    het langst geleden – lang geleden – onze tijd;
    - in gesprek gaan over onderwerpen passend bij tien tijdvakken, bijv. aan de hand van praatplaten, kleurplaten of prentenboeken;
     

    Slide 31 - Slide

    This item has no instructions

    lesideeën groep 3/4
    over cyclische tijd:
    - de onderlinge volgorde van dagen, maanden, jaargetijden benoemen;
    - klokkijken;
    - met een (jaar)kalender omgaan;
    over mythische tijd:
    - verhalen over lang vervlogen tijden, bijv. legenden, mythen, heilige boeken;
    - het werk van archeologen;
    over de sociale tijd:
    - verhalen van oudere mensen (ouders, opa en oma), bijv. over hun schooltijd, opgroeien in dorp of stad, oude beroepen;
    - eigen familiestamboom maken tot op het niveau van de (over)grootouders;

    Slide 32 - Slide

    This item has no instructions

    lesideeën groep 3/4
    over historische tijd:
    - het dagelijks leven (levenswijze, kleding, bouwstijl en vervoer) van duidelijk herkenbare tijdvakken uit het verleden, zoals prehistorie, romeinen of de middeleeuwen
    -  een eenvoudige tijdbalk met een tijdsverloop van (heel) lang geleden tot nu gebruiken: 
    het langst geleden – heel lang geleden – lang geleden – onze tijd;
    - verschillen herkennen in het dagelijks leven van mensen uit heden en verleden in concrete voorbeelden uit verschillende tijdvakken;
    - de tijdvakken die het meest recent en het langst geleden zijn verbeelden, bijv. d.m.v. tekenen, collage, bouwen, stellen, rollenspel;

    Slide 33 - Slide

    This item has no instructions

    Wat zijn regenten?

    Slide 34 - Mind map

    We verkennen de tijdvaknaam 'Vorsten en regenten'. Wat zijn regenten? Waar denk je dan aan?
    Regenten en vorsten
    Beeldmerk
    • Op de voorgrond zie je een kroon, die symbool staat voor een vorst. In deze tijd hadden vorsten veel macht in Europa. Nederland was echter een uitzondering en had regenten die de Republiek bestuurden; erg vooruitstrevend voor die tijd!
    • Op de achtergrond zie je Amsterdam, in de 17e eeuw de belangrijkste stapelmarkt van Europa. Amsterdam was welvarend. Aan de nieuw aangelegde grachten woonden de regenten; het waren vaak kleine paleisjes, versierd met kunst en andere pronkstukken: het zorgde voor aanzien!

    Slide 35 - Slide

    Welke canonvensters herkennen studenten? Welk verhaal vertellen canonvensters?

    Kunnen studenten het icoontje / beeldmerk verklaren? (kroon en grachtenpanden)

    Hoezo 'gouden' tijd? Welke vensters niet per se 'goud'? Denk aan: slavernij, VOC, Michiel de Ruijter, 
    Naar een gouden tijd
    aanloop in 16e eeuw...
    • Reformatie 
    • Beeldenstorm 1566
    • Opstand
    • val van Antwerpen 1585
    • ‘braindrain’ -> rijke, gestudeerde, ontwikkelde Vlamingen vluchten naar de ‘vrije’ Republiek der 7 Verenigde Nederlanden 
    • stimulans voor de handel, wetenschap, kunst, etc. 

    Slide 36 - Slide

    This item has no instructions

    A'dam wordt stapelmarkt

    Slide 37 - Slide

    This item has no instructions

    Terugblik op vakatelier
    • opbouw van atelier? opening? kern? afsluiting? 
    • welke canonvensters? 
    • beeldvorming? beeldvormers? 
    • didactische werkvormen? 
    • betrokken? waarom wel / niet? 
    • rol docent? 
    • attitude van studenten? 
    • volgende atelier.. verwachtingen? 

    Slide 38 - Slide

    This item has no instructions

    Voorbereiding vakatelier 5 (huiswerk)
    • Bestudeer via www.entoen.nu: de vensters 'De patriotten', 'Eise Eisinga', 'Napoleon', 'Koning Willem I' en Kooij, C. van der, & Groot-Reuvekamp, M. de (2016). Geschiedenis & Samenleving. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers, 147-160. 
    • Vul je tijdbalk aan met inhouden vanuit de gelezen bladzijdes en canonvensters. 
    • Neem mee: eerste lesopzet van stageopdracht. 



    Slide 39 - Slide

    This item has no instructions