H6.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je;

- hoe de integratie van migranten uit voormalige kolonies in Nederland verliep.

- hoe arbeidsmigranten naar Nederland kwamen en hoe hun integratie verliep.

- welke asielzoekers naar Nederland kwamen.

Wat is het gevolg van de toename van televisiegebruik?

1. Veel mensen aten niet meer aan tafel, maar voor de televisie.
2. Mensen maakten kennis met andere culturen en werden zo trotser op de Nederlandse cultuur.
3. Mensen maakten kennis met andere culturen en opvattingen en kregen daardoor ook zelf andere opvattingen over bijv. geloof.
4. Veel vrouwen hoefden niet meer te werken voor hun geld en konden daardoor de hele dag series kijken.

Noem een kenmerk van de jongerencultuur die in de jaren 60 opkwam.

Wat is een juiste omschrijving van het begrip: pluriforme samenleving

1. Een samenleving met veel dezelfde groepen
2. Een veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen
3. Een samenleving zonder andere culturen
4. Een maatschappij met veel onderwijs en politiek

Wat is een juiste omschrijving van het begrip: multi-etnische samenleving

1. Samenleving met alleen maar Europeanen.
2. Maatschappij men mensen uit het westen van de wereld.
3. Maatschappij met mensen uit meerdere volken

Hoe kwam het dat de mensen uit de voormalige kolonies (Suriname, Antillen) gemakkelijker integreerden?

Waarom kaapten deze Molukse jongeren de trein en het Indonesisch consulaat?

1. Zij voelden zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid.
2. Hun vaders hadden gevochten in het KNIL en moesten daarom verplicht naar Nederland.
3. De Molukkers was een eigen republiek RMS beloofd.
4. Alle antwoorden zijn goed.

Welke mensen kwam en in de jaren 50 en 60 als gastarbeiders naar Nederland?

1. Italianen, Spanjaarden, Grieken en later Turken en Marokkanen
2. Afrikanen en Chinezen
3. Turken en Marokkanen
4. Polen, Hongarije, Tsjechië

Indische Nederlanders

Molukkers

Turken en Marokkanen

Hun cultuur kwam
grotendeels overeen met
die van andere
Nederlanders.

Hun integratie verliep redelijk gemakkelijk.

Zij kwamen als
arbeidsmigranten.

Zij lieten hun gezinnen
vaak overkomen.

Zij werden ondergebracht
in kampen.

Zij wilden een eigen staat.

Goran uit
Joegoslavië,
1992

Laetitia uit Suriname,
1975

Martin uit
Vlaardingen,
1965

Ronald uit
Indonesië,
1951

Toen ik drie weken in Nederland woonde vond ik werk omdat ik Nederlands sprak.

We kunnen het werk in de fabriek niet
aan. We zijn  blij met de nieuwe Turkse
collega’s!

We werden ondergebracht
in een kamp. We zouden immers weer
teruggaan.

We zijn gevlucht voor de oorlog in
mijn land. In Nederland zijn we gelukkig veilig.

Kijk de opdr. par 6.3 na.