1HVc - 2021/2022

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Voor de thuisblijvers:

• Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
• Aantekeningenschrift bij de hand;
• Aanmelden www.Lessonup.app via code.

Voor de thuisblijvers:

• Werk- en leerboek op tafel
• Chromebook in je tas laten

Welkom

Thuisblijvers

Graag een beetje geduld: het opstarten kan even duren.

Telefoon in telefoontas of eigen tas + Chromebook in je tas + boek dicht

Periode 3 =

https://classroom.google.com/u/0/c/MzQ1NjE1NjA3OTEx

Startopdracht: §3.1

• Wat?  Maken startopdracht alleen of in tweetallen. Volg je online de les? Kijk dan in Google Classroom naar de opdracht. Maak ook gebruik van de atlas. 
• Klaar? Neem alvast H3 door.

Bespreken startopdracht

Herhaling vorige week...

Weer en klimaat 

Weer = de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats. 

Klimaat = het gemiddelde weer, gemeten over een langere periode (30 jaar). 

60 - 90 graden -> hoge breedte graden

0 - 30 graden -> lage breedte graden

Tropisch regenwoudklimaat (lage breedte)

• Nooit kouder dan 18 graden Celsius
  
• Erg vochtig => veel neerslag
• Zeer dicht begroeid, veel verschillende soorten planten/bomen
• Vb. Amazone, Indonesië, Midden Afrika
  

Savanneklimaat (lage breedte)

• Aan de rand van tropisch regenwoud
• Temperatuur boven 18 graden 
• Zomer: veel neerslag, droge tijd in winter
• Vooral grassen en struiken met hier en daar een boom 

Steppeklimaat (lage breedte)

• Weinig neerslag (250-500 mm/jaar)
• Temperatuur afhankelijk van koude (-18)/warme steppe (+18) 
• Enige begroeiing => korte grassen met af en toe een lage struik
• Aan de rand van de woestijn (bijv. Sahel)

Woestijnklimaat (lage breedte)

• Verschillende woestijnen op aarde
  
• Temperatuur: warme woestijngem +18/jr, koud: gem -18 /jr
  
• Weinig neerslag (0-250 mm/jaar) => weinig tot geen vegetatie (cactus/dorre struik)
• Grote verschillen binnen één dag
  
• Vb. Sahara, Atacama

Gematigd zeeklimaat (hoge breedte)

• Veel invloed van de zee => zachte winters, milde zomers
• Hele jaar door neerslag
  
• Vegetatie: loofbos 
• Vb. West-Europa
  

Landklimaat (hoge breedte)

• Geen invloed van zee => warme zomers, strenge winters
  
• Neerslag gelijkmatig verdeeld of 1 seizoen
• Vegetatie: Taiga = naaldbos
• Vb. grote delen van Rusland, Canada
  

 

Toendraklimaat (hoge breedte)

• Temperatuur altijd onder de 10 graden
• Geen tot geringe neerslag=> wel begroeiing: klein struikgewas
• Permafrost = bevroren ondergrond
  
• Vb. Canada, Rusland, Scandinavië
  

Poolklimaat (hoge breedte)

• Erg koud, vriest vrijwel altijd
• Hele jaar door neerslag (sneeuw)
• Geen begroeiing, plantengroei is onmogelijk!
  
• Vb. Groenland, Antarctica
  

Huiswerk bespreken H3

werkboek: 

§1. opdr. 1,2,3,5 

 

Pak je Chromebook. Ga via cloudwise naar de applicatie ''LessonUp''

Vul de code die op het bord staat in.

§3.1

• Wat is het verschil tussen het weer en het klimaat?
• Wanneer spreken we van hoge en lage breedte?
• Waarom is het rondom de evenaar relatief warm?
• Waarom hebben wij een gematigd zeeklimaat?

Vandaag

Wat zie je?

Waar komt dit voor?

Waarom komt dit hier voor?

Is dit gewenst?

Komt dit overal zo voor? 

Openingsfoto

Beschrijving van de openingsfoto

De Dachsteiner Alpen, Oostenrijk.

Chromebook dicht en in je tas

(niet voor leerlingen die online zijn)

§3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

 §3.2

• Welke invloed heeft de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur?

• Waarom is het hoog in de bergen koud? 

• Wanneer spreken we over het klimaat?

Pak je aantekeningenschrift erbij

= aantekeningen maken

Atmosfeer: luchtlaag rondom de aarde 

Hoogteligging en temperatuur

verwarmt vanaf aardoppervlak

hoe hoger hoe kouder

Hoe hoger, hoe kouder

Als een lichtstraal het aardoppervlak bereikt wordt hij omgezet in een warmtestraal die de grond verwarmt.

De warme grond verwarmt vervolgens de lucht erboven.

Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

elke 100 m 0,6 graden kouder

De stand van de zon verschilt met de breedteligging

Temperatuurverschillen van evenaar tot pool

We hebben nu gezien hoe het komt dat de temperatuur veranderd gedurende de dag (en nacht). Maar de temperatuur verschilt ook per locatie op de aarde!

Op lage breedte (dicht bij de evenaar)

Op hoge breedte (dicht bij de polen)

Verschil in invalshoek 

90° hoek

35° hoek

Bij de evenaar is het warmer omdat ... 

1) Op de evenaar vallen de zonnestralen loodrecht in. Dit geeft meer warmte dan schuine zonnestralen zoals bij de polen. Bij de polen moet met dezelfde zonne-energie een groter gebied verwarmd worden.

2) Bij de evenaar leggen de zonnestralen een kortere weg af door de dampkring. Schuine stralen moeten een langere weg afleggen door de dampkring en komen onderweg meer wolken en stofdeeltjes tegen om tegenaan te botsen.

loodrecht en kort

schuin en lang

Bij de evenaar is het warmer omdat ... 

1) Op de evenaar vallen de zonnestralen loodrecht in. Dit geeft meer warmte dan schuine zonnestralen zoals bij de polen. Bij de polen moet met dezelfde zonne-energie een groter gebied verwarmd worden.

2) Bij de evenaar leggen de zonnestralen een kortere weg af door de dampkring. Schuine stralen moeten een langere weg afleggen door de dampkring en komen onderweg meer wolken en stofdeeltjes tegen om tegenaan te botsen.

loodrecht en kort

schuin en lang

minimumtemperatuur en maximumtemperatuur 

Pak je Chromebook. Ga via cloudwise naar de applicatie ''LessonUp''

Vul de code die op het bord staat in.

Op welke breedte is deze 'foto' gemaakt?

1. hoge breedte
2. lage breedte

Het klimaat is het gemiddelde weer over een periode van ..... jaar

1. 10
2. 20
3. 30
4. 40

Je bent in de Alpen op vakantie, je gaat een bergwandeling maken. In het dal op 1000 meter is het 20°C. Hoe warm is het op 3500 meter?

Leerdoel van deze les?

Chromebook dicht en in je tas

(niet voor leerlingen die online zijn)

Samengevat: Temperatuurverschillen op aarde (§3.2)

• Hoe hoger, hoe kouder
• Stand van de zon
• Maximum en minumumtemperatuur

Even oefenen

Aan de slag: individueel Zs

1. Pak werkboek.

2. Maken opdrachten H3.2: opdr. 2,3,5,7

3. Atlas nodig? Pak deze uit de kast. 

5. Klaar? Maken samenvatting paragraaf H3.2

Reflecteren op de les

Voordat jullie de les verlaten...