H4 H2.6 t/m H2.11

Welkom
4 HAVO ECON.1  ||  2020-2021
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECON.1  ||  2020-2021

Slide 1 - Slide

Programma
  • Nakijken
  • Vorige les
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Nakijken t/m H2.6

Slide 3 - Slide

Hoe heb je je huiswerk gemaakt?
A
B
C

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Opdracht 2.6
Schrijf de volgende begrippen in een formule op:
1. Totale opbrengst
2. Totale variabele kosten
3. Totale kosten
4. Totale winst

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen variabele en constante kosten?

Slide 8 - Open question

Soorten kosten
  • Constante kosten of vaste kosten = kosten die niet afhankelijk zijn van de grootte van de productie of de afzet. Afschrijvingen, huur, reclame. 
  • Variabele kosten = kosten die wel afhankelijk zijn van de grootte van de productie of afzet. Inkoopwaarde, grondstoffen, energie. 

  • Variabele kosten + constante kosten = totale kosten
TVK + TCK = TK

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Als bedrijf wil je in ieder geval je kosten gedekt hebben

Slide 11 - Slide

Break even point (BEP)
Bij het break even point heb je geen winst en geen verlies. Je speelt dus quitte

Je berekent het break even point met je verkoopprijs, de constante kosten en de variabele kosten


Slide 12 - Slide

Break even point (BEP)
Om het break even point te kunnen berekenen, moet je twee formules kunnen opmaken.

Totale opbrengst (omzet)= verkoopprijs (zonder btw) x afzet
Totale kosten = variabele kosten x afzet + constante kosten 

Ofwel:
TO = P x Q
TK = CK + (GVK x Q) 



Slide 13 - Slide

TO = TK
Bij het break even point worden de opbrengsten gelijk gesteld aan de kosten

TO = TK

Dus je wil weten wanneer je evenveel opbrengst hebt dan kosten. Je maakt dan geen winst maar ook geen verlies. 



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

TO = P x Q
TK = CK + (GVK x Q) 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Tips voor break even point
  • Eerst bij alle bedragen de BTW weghalen!
  • Omzet berekenen is ook zonder BTW!

  • Overal je berekening bijzetten!
  • Stel Q = 20,67 of 19,34→ omhoog afronden. Dus 21 en 20.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maken t/m 2.11
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!

--> volgende les bespreken H2.9 en H2.10

Slide 20 - Slide