This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Heerbeeck College Mavo 4, 2022
Slide 1 - Slide
Sleep
Bij sleepvragen
de onderdelen naar het juiste vak.
Slide 2 - Slide
Een traditionele samenleving!
Slide 3 - Slide
Wat werd er afgesproken in het poldermodel
A
Lonen stijgen niet te veel, zodat Nederland beter kon concurreren
B
De belasting werd niet verhoogd
C
Bezuinigingen op de verzorgingsstaat
D
Je kreeg langer een uitkering
Slide 4 - Quiz
Hieronder staan begrippen en gebeurtenissen die te maken hebben met de Nederlandse geschiedenis.
bij elk tijdvak horen twee van de onderstaande begrippen/gebeurtenissen sleep ze naar de juiste plaats.
Jaren 40
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
wederopbouw
begin verzorgingsstaat
poldermodel
luxeartikelen
consumptiemaatschappij
Marshallplan
strenge voorwaarden voor uitkeringen
invoering AOW
Slide 5 - Drag question
Wie was de minister president van Nederland tijdens de wederopbouw?
A
Drees 1945
B
Drees 1929
C
Colijn 1945
D
Colijn 1929
Slide 6 - Quiz
waarom was de wederopbouw nodig?
A
om alles weer op te bouwen na WOI
B
om te kunnen investeren
C
voor te handelen met andere landen
D
om alles weer op te bouwen na WOII
Slide 7 - Quiz
Migranten uit Indonesië
Gezinshereniging
Eerste gastarbeiders uit Turkije en Marokko
Surinamers komen naar Nederland
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80
Slide 8 - Drag question
Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek
Voor de jaren 60
Vanaf de jaren 60
gehoorzaamheid
verzuiling
Ontzuiling
groepsnormen
welvaart
Iindividualisering
secularisatie
Veel armoede
Slide 9 - Drag question
Emigreren, de regering
moedigde gezinnen aan om te verhuizen naar een ander land.
Maak de katholieke omroep
sterk. Binnen de omroepen voor radio en televisie speelde de verzuiling. De omroepen en politieke partijen hadden sterke banden.
Consumptiemaatschappij, het verkopen van producten.
Jeugdcultuur, snelle
brommers.
Consumptiemaatschappij, een nieuwe Nederlands product.
De wederopbouw van Nederland.
De Marshallhulp. De Amerikanen gaven hulp aan Europese landen en wilden dat ze gingen samenwerken.
Jongeren / nozems.
Mensen die geld verdienen
Vrouwen
Nederlandse gezinnen.
Alle inwoners van Nederland
Rooms-katholieken
De inwoners van Europa
Slide 10 - Drag question
Wat is Verzuiling?
A
Het naast elkaar bestaan van verschillende geloven.
B
Verdeling van de maatschappij in levensbeschouwelijke groepen
C
De wederopbouw van Nederland na de Oorlog
D
Het overleg tussen overheid en sociale partners.
Slide 11 - Quiz
Elke zuil organiseerde eigen...
A
kranten en vakbonden
B
kranten, vakbonden en omroepen
C
Kranten, vakbonden, partijen en omroepen.
D
Kranten, vakbonden, partijen, omroepen en andere organisaties.
Slide 12 - Quiz
Welke uitspraak over de verzuiling is NIET waar? De verzuiling ...
A
ontstond in de politiek
B
ontstond in 1917 door de schoolstrijd
C
bestond voornamelijk uit eigen organisaties
D
bestond uit 4 zuilen
Slide 13 - Quiz
Sleep naar de juiste plek
Verzuiling
Ontzuiling
EO en KRO-NCRV zijn christelijke omroepen.
Kinderen met verschillende religies zitten op 1 school
Mensen met verschillende culturen leven met elkaar samen.
Katholieke kinderen gaan naar een katholieke school.
Slide 14 - Drag question
Anders denken en doen!
Slide 15 - Slide
Welke afbeelding past het beste bij het begrip individualisering? Sleep die naar het groene vak.
Slide 16 - Drag question
Terugblik: Koppel de juiste plaatjes aan het juiste begrip
Ontzuiling
Individualisering
Slide 17 - Drag question
Gevolgen van Secularisatie en Individualisering
Getrouwde vrouwen gingen werken ook als ze kinderen hadden
Er gingen minder minder mensen naar de kerk
De confessionelen verloren terrein in de politiek (minder zetels)
Mensen stapten vaker over van de ene zuil naar de andere
Sociaaldemocraten en liberalen belsoten een nieuwe paarse partij op te richten.
Slide 18 - Drag question
Welke jongerencultuur is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters
Slide 19 - Quiz
Nederland werd na de Tweede Wereldoorlog een ontzuilde samenleving.
Daarbij speelden de volgende drie ontwikkelingen een rol: 1 invoering van het Marshallplan 2 ontstaan van een jongerencultuur 3 welvaartsstijging en economische groei
Wat is de juiste tijdsvolgorde van deze ontwikkelingen?
Welke reden draagt bij aan het ontstaan van de jongerencultuur?
A
Het moest van hun ouders
B
Jongeren wilden anders zijn
C
De welvaart steeg
D
Ze hadden daar zin in
Slide 22 - Quiz
Welke zinnen gaan over oorzaken van het ontstaan van een jongerencultuur in de VS? 1 Dankzij de welvaart kregen ook jongeren de beschikking over geld. 2 Elvis Presley werd in Europa heel populair. 3 In 1955 keken Amerikanen gemiddeld vijf uur per dag tv. 4 Ouderen vonden de ‘wilde’ rock and rollmuziek afschuwelijk. 5 Scholieren kregen zakgeld.
A
1 en 5
B
2 en 4
C
3 en 5
D
1 en 4
Slide 23 - Quiz
Jongerencultuur
GEEN
jongerencultuur
soepeler seksuele moraal
tegen andere godsdiensten
tegen gezag
Wederopbouw
Slide 24 - Drag question
Bekijk de 5 print screens van de filmfragmenten.
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding. Bij elke afbeelding moet je maar 1 woord naartoe slepen:
Verzorgingsstaat
Jongerencultuur
De Bijstandwet
Dolle Mina's
De seksuele revolutie
Slide 25 - Drag question
Wanneer was de tweede feministische golf?
A
jaren 1910
B
jaren 1920
C
jaren 1960
D
jaren 1990
Slide 26 - Quiz
Een gevolg van de Tweede Feministische golf is ...
A
Vrouwen mochten niet meer stemmen
B
Dat vrouwen beter zijn
C
Dat er meer ongelijkheid is
D
Dat er positieve discriminatie kwam
Slide 27 - Quiz
Wat was geen doel van de Tweede Feministische Golf?
A
Gelijke verdeling huishouden.
B
Kiesrecht voor vrouwen.
C
Kinderopvang voor werkende vrouwen.
D
Anticonceptie gratis verkrijgbaar.
Slide 28 - Quiz
Eerste feministische golf
Tweede feministische golf
Gelijke kansen op werk
Gelijke kansen op onderwijs
Gelijke lonen
Stemrecht
Slide 29 - Drag question
Wat betekent pluriforme samenleving?
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving met veel diversiteit: meerdere culturen en leefstijlen
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met weinig diversiteit
Slide 30 - Quiz
Koppel de omschrijving aan het juiste begrip.
Gedoogsteun
Ontkerkelijking
Pluriforme samenleving
Seksuele revolutie
Veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen
Als mensen zich losmaken van hun kerk
Steun die een partij die niet in de regering zit aan het kabinet geeft.
Verandering vanaf de jaren 1960 waarbij mensen vrijer omgingen met seks.
Slide 31 - Drag question
De Multiculturele samenleving!
Pak voor je blz. 126 tekstboek!
Blz. 7 van je leerdossier.
Slide 32 - Slide
Wat is het verschil tussen een vluchteling en een asielzoeker?
A
Een asielzoeker heeft geen paspoort uit zijn eigen land en asielzoeker wel.
B
Een vluchteling heeft een verblijfsvergunning voor Nederland, een asielzoeker niet.
C
Er is geen verschil
D
Een asielzoeker mag in Nederland blijven, een vluchteling moet terug naar het land van herkomst.
Slide 33 - Quiz
Migranten uit Indonesië
Gezinshereniging
Eerste gastarbeiders uit Turkije en Marokko
Surinamers komen naar Nederland
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80
Slide 34 - Drag question
Sleep de voorbeelden naar het juiste vak.
economische migranten
politieke migranten
Gastarbeider die naar Nederland komt om hier in de fabrieken werk te vinden.
Iemand die vlucht omdat er oorlog is het land waar hij woonde.
Iemand die woont in een land waar veel armoede is en ze willen meer kansen hebben om uit armoede te komen.
Iemand die vanwege zijn geloof niet veilig is in zijn eigen land.
Iemand die homoseksueel is in een land waar dit strafbaar is.
Iemand die seizoenswerk doet in een ander land en daarna weer terug gaat.
Slide 35 - Drag question
Een ontwikkeling waarbij bevolkingsgroepen opgaan in het geheel van de samenleving noemen we