NM 3.5 rijke steden, arm platteland

Deze les:
  • Terugblik par. 3.4- maakwerk en quizvragen
  • instructie par. 3.5
  • Zelfstandig werken

Controle moment heel H3 vrijdag in de les!

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Deze les:
  • Terugblik par. 3.4- maakwerk en quizvragen
  • instructie par. 3.5
  • Zelfstandig werken

Controle moment heel H3 vrijdag in de les!

Slide 1 - Slide


Een bestemmingsplan is een plan van de gemeente over het gebruik van de ruimte.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz


Het opknappen van verouderde huizen noemen we saneren.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz


Gemeenten proberen door middel van het armoedebeleid de leefbaarheid te verbeteren.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

3.5 Rijke steden, arm platteland.
3.5 Gezamenlijk lezen

Slide 5 - Slide

Leerdoel H3.5
  • Welke verschillen in arm en rijk zijn er tussen de verschillende delen van Nederland?

Begrippen:
 
beroepsbevolking, besteedbaar inkomen, sociaal-economische status, vergrijzing. 

Slide 6 - Slide

Niet alleen binnen steden 
maar binnen Nederland is er verschil in welvaart

Slide 7 - Slide

besteedbaar inkomen ?

Slide 8 - Mind map

Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
 - ouderen
 - kinderen
- Mensen die niet kunnen of willen werken (arbeidsongeschikt en onbetaald huishoudelijk werk).

In gebieden waar veel ouderen en werklozen wonen is het gemiddelde inkomen daarom lager.

Kijken naar welvaart in een gebied
Besteedbaar inkomen = Het inkomen dat iemand overhoudt na de betaling van belastingen en premies.
Armoedegrens
Armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
- Meer dan 10% in sommige Nederlandse gemeenten.

Beroepsbevolking > werkgelegenheid → werkloosheid
Verschillen in inkomen veel te maken met werk:
  • Beroepsbevolking = Iedereen die werk heeft of werk zoekt.
  • Werkgelegenheid = Alle banen in een gebied, ook de banen waarvoor nog mensen worden gezocht.
  • Werkloosheid = Het percentage mensen van de beroepsbevolking zonder werk. 
Werklozen kunnen uitkering krijgen maar dat is minder dan het loon dat iemand voor werk krijgt.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

beroepsbevolking in NL

Slide 13 - Slide

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid
  • werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering)

Slide 14 - Slide

niet actieven
ouderen, kinderen en mensen die niet kunnen, willen werken (arbeidsongeschikten) 
Bepaalde gebieden waar niet actieven wonen hebben lager gemiddel inkomen

Slide 15 - Slide



Randstad groeit door:

- Goede opleidingen
- Veel werkgelegenheid




Demografische krimp: 

- ontgroening
- vergrijzing
- afname beroepsbevolking 


Slide 16 - Slide

Randstad pullfactoren?

Slide 17 - Slide

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 18 - Quiz

Wat valt op?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 19 - Slide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 20 - Slide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens
In de Randstad vind je vaak meer en betere banen, hoge inkomens en veel voorzieningen. Goed opgeleide jongeren trekken hierheen
In landelijke gebieden ver van de stad is vaak minder werk. In de industrie, horeca en industrie vind je vaak eenvoudige banen. De jongeren trekken weg, ouderen blijven achter *vergrijzing

Slide 21 - Slide

Lage sociaal-economische status

Kenmerken
lage opleiding, laag inkomen, werk met weinig aanzien, ongezonde leefstijl. 
De mensen worden er minder oud.

Slide 22 - Slide

Leefbaar platteland
Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
 Landelijk gebied:
 - minder geluidsoverlast en luchtvervuiling
 - woningen en grond goedkoper
 - Groente verbouwen in eigen tuin en delen met buren

Slide 23 - Slide

GEFELICITEERD!
WE HEBBEN NU ALLE STOF VAN 
 ARM & RIJK BEHANDELD!

Het tentamen gaat over H1, H2 en H3 
van Arm en Rijk

Slide 24 - Slide

Nu in de les..
Maak de opdrachten van H3.5
1 t/m 6
Klaar? Vink af en kijk in Mme wat je nog meer kan doen?

timer
20:00000

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

1.4 Verschillen tussen regio's
1. Terugkomend op vorige les/paragraaf
3. Behandelen paragraaf 1.4
4. Werken aan paragraaf 1.4
5. Afsluiting

Slide 27 - Slide

Het verbeteren van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 28 - Quiz

Problemen met leefbaarheid kan je oplossen door:
A
Een bestemmingsplan toe te passen
B
een wijkcentrum te bouwen
C
Bewoners een extraatje te geven
D
een snelweg aan te leggen

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we de zogenaamde 'aandachtswijken' ook wel?
A
Achterstandswijken
B
Prachtwijken
C
Krachtwijken
D
Vogelaarwijken

Slide 30 - Quiz

leerdoelen Paragraaf 1.4
  • 2 manieren om welvaart tussen regio's te vergelijken.
  • welke verschillen in werk er zijn tussen regio's.
  • waarom de best betaalde banen vooral in het westen van nerderland te vinden zijn. 
  • waardoor de vergrijzing in randgebieden van nederland wordt veroorzaakt. 
  • waat het verband is tussen gezondheid en sociaaleconomische status.
  • wat de overheid doet aan verschillen in inkomen en gezondheid.

Slide 31 - Slide

Purmerend

Slide 32 - Slide

Verschillen in inkomen
2 manieren om verschillen in welvaart tussen regio's te vergelijken:
- BRP (Bruto Regionaal Product): Waarde van alle goederen en diensten die de regio produceert
- Besteedbaar inkomen per huishouden: Inkomen wat overblijft na betalen van belastingen en premies

Slide 33 - Slide

Armoedegrens
- Het bedrag dat je minimaal moet verdienen om te kunnen voorzien in je behoeftes in voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

Slide 34 - Slide

verschillen in werkgelegenheid
Samen lezen

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Schrijf op voor jezelf
- Levensverwachting
- Sociaaleconomische status

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Link

Aan de slag!
Verder lezen 1.4
Maken opdrachten 1 t/m 8, en 12.
Klaar? 
Maak opdracht 9 in tweetallen
Succes!

Slide 39 - Slide