What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5 okt - H2 - Grammatica
Ga zitten volgens de plattegrond!
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ga zitten volgens de plattegrond!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen wat jullie vorig jaar bij grammatica hebben geleerd.
Slide 4 - Slide
Wat weten jullie nog van vorig jaar?
Slide 5 - Open question
Jullie kennen al:
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 6 - Slide
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Alle werkwoorden uit de zin
Persoon die handelt in de zin
Werkwoord dat overeenkomt in persoon met ow
Zinsdeel die de handeling ondergaat, vaak objecten
Zinsdeel dat meewerkt aan de handeling
Slide 7 - Drag question
Benoem de zinsdelen
Pv
Ow
Lv
Mv
Hij
mailt
zijn collega
de documenten.
Slide 8 - Drag question
Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
A
Wie/wat + ow
B
Maak de zin vragend
C
Getalproef
D
Kijken
Slide 9 - Quiz
Wat is de pv?
Gisteren is hij naar werk gegaan.
A
Gisteren
B
gegaan
C
is
D
hij
Slide 10 - Quiz
Het werkwoordelijke gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
Ja
Nee
Slide 11 - Poll
Wat is het wwg in deze zin?
Ik ben gisteren te laat naar bed gegaan.
Slide 12 - Open question
Het onderwerp staat altijd in getal overeen met de persoonsvorm
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Ik ben
naar Amsterdam gegaan.
Hij is
naar Amsterdam gegaan
Zij zijn
naar Amsterdam gegaan.
Slide 14 - Slide
Wat is het onderwerp?
Thijs ging naar een vriend.
A
een vriend
B
Thijs
Slide 15 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik gaf hem een hand.
A
Ik
B
gaf
C
hem
D
een hand
Slide 16 - Quiz
Heeft deze zin een meewerkend voorwerp?
Ik gaf hem een hand.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik gaf hem een hand.
A
Ik
B
gaf
C
hem
D
een hand
Slide 18 - Quiz
Wat kan je altijd bij het meewerkend voorwerp doen?
A
Aan/voor toevoegen
B
Alleen voor toevoegen
C
Aan/voor weghalen
D
Aan weghalen
Slide 19 - Quiz
Ik gaf hem een hand.
Ik gaf
aan
hem een hand.
Slide 20 - Slide
www.gimkit.com
Slide 21 - Link
More lessons like this
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 1 Brug Grammatica Zinsdelen
September 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
§9 Meewerkend voorwerp
June 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Ontleden - meewerkend voorwerp
January 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen 3
June 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2hv Grammatica Zinsdelen - De Brug
February 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
T2 Taalverz grammatica/meewerkend vw
March 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhaling: Grammatica zinsdelen t/m bwb deel 2
April 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2