Communicatie PW H7 tweegesprekken

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie 

Tweegesprekken

Inhoud van de les

Theorie

Zelfstandig observatielijst doornemen

In groepjes een tweegesprek voeren

Tweegesprek

Een tweegesprek is een gespreksvorm waarbij twee mensen met elkaar in gesprek zijn.

Geef een voorbeeld van een directieve en een non-directieve gespreksvaardigheid.

Helpend gesprek

Doel: een ander helpen met zijn of haar probleem

Aandachtspunten:

• Er ''gewoon'' zijn zowel non-verbaal als verbaal
• Echte openheid / interesse
• Laat merken dat je de tijd hebt
• Wees terughouden in het geven van adviezen
• Vermijd valse geruststellingen
• Ga niet betuttelen
• Luister actief

Slechtnieuwsgesprek

Doel: Het op een duidelijke manier overbrengen van een negatief bericht.

Aandachtspunten:

• Brengen van bericht zonder aarzeling en kort en duidelijk;
• Geef hierna verdere toelichting en ruimte om de cliënten laten reageren;
• Bied alle ruimte om gevoelens en frustraties te uiten;
• Zoek samen naar oplossingen;
• Trek voldoende tijd uit;
• Rond af en vermeld dat de andere er altijd op een later moment op terug mag komen.

Hoe zit de opbouw van een slechtnieuwsgesprek eruit?

1. sociaal praatje, slechte nieuws, afsluiten
2. slechte nieuws, frustratie verminderen, ondersteunen
3. slechte nieuws, frustratie verminderen, afsluiten
4. slechte nieuws, ondersteunen, sociaal praatje

Probleemoplossend  gesprek

Doel: de cliënt helpen om zelf een oplossing voor het probleem te vinden

Aandachtspunten:

• Begin niet te snel met het zoeken naar oplossingen;
• Vraagt de cliënt jou om een oplossing kaats deze vraag dan terug;
• Kijk of de cliënt er aan toe is;
• Stimuleer de cliënt om de gekozen oplossing/actie in praktijk te gaan brengen;
• Bedenk dat de cliënt zelf verantwoordelijk is voor de oplossing van het probleem.

Aan de slag!

• Lees de observatielijsten individueel rustig door
• In groepjes van 3 gaan jullie één van deze gesprekken oefenen
• Jullie mogen zelf kiezen welk soort gesprek je gaat oefenen.
• Één iemand is de beroepskracht / één is de cliënt / één is de observator en vinkt zoveel mogelijk vakjes af.