A1 thema 10, taak 1 en 2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

De woorden van thema 10

taak 1 en 2

We brengen veel oude .................... naar de kringloopwinkel.

1. verpakking
2. verschil
3. spullen
4. origineel

Kan ik betalen met mijn ...................?

1. contant
2. pinpas
3. product
4. bankafschrift

Wie heeft er een ....................... idee voor een cadeautje?

1. gelijk
2. binnenkort
3. origineel
4. grijs

In de ochtend moet ik werken maar ..................... ben ik vrij.

1. afgesproken
2. tijdelijk
3. een tijdje
4. vanmiddag

Zonder ..................... kan je niet ruilen.

1. terugbrengen
2. pinpas
3. verschil
4. bon

Janine koopt schoenen maar ze heeft er later ............... ................

1. van spijt
2. spijt van
3. van spijtig
4. spijtig van

heel erg =

1. na
2. vet
3. lang
4. ontzettend

De mannen op het kantoor ................... een jasje en een .......................

1. dragen, overhemd
2. geven uit, jurk
3. lang, T-shirt
4. T-shirt, dragen

...................... je schoenen ..................... We gaan naar buiten!

1. Aan trekken
2. Trekken aan
3. Trek aan
4. Aandacht trekken

Prinses Amalia draagt een ...................... en daarover een ...................... jasje.

1. overhemd, T-shirt
2. jurk, grijs
3. origineel, laarzen
4. bestellen, bewaren

Dictee

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

schrijf op:

Schijf op: