3H Overal Natuurkunde hfst 1.4

Krachten gebruiken
1 / 9
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 9 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Krachten gebruiken

Slide 1 - Slide

1.3 Druk
Leerdoelen
Je leert wat het verschil is tussen kracht en druk

Slide 2 - Slide

Herhaling vorige week

Slide 3 - Slide

DDU: Waarom gaat de punaise wel in de muur, en de vinger niet, terwijl de kracht niet groter wordt?

Slide 4 - Slide

Kracht blijft hetzelfde, maar de oppervlakte wordt kleiner. Dat betekent dat de druk groter wordt

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
De zwaartekracht van een sneeuwloper is 700 N en de oppervlakte van zijn sneeuwschoenen is 0,25 m2
Bereken hoe groot de druk op de sneeuw is
Oplossing
Gegeven: F = 700 N,   A = 0,25 m2
Gevraagd: p
Oplossing: p = F / A
   p = 700 / 0,25 = 2800 N/m2
 schrijf altijd de formule én eenheid op!

Slide 7 - Slide

Omgekeerd evenredig
Als de oppervlakte kleiner wordt, wordt de druk groter
A kleiner, p groter
A groter, p kleiner
Voorbeeld: F = 100 N
- Als A = 1 m2, dan p = F / A = 100 / 1 = 100 N/m2 of Pa
- Als A = 0,5 m2, dan p = F / A = 100 / 0,5 = 200 N/m2 of Pa

Slide 8 - Slide

Opdrachten maken
route 1: alles behalve N en +
route 2: alles behalve M

Slide 9 - Slide