Tip: contrasteer bij het leren de verschillende talen. Dus: wees je bewust van de verschillen tussen de talen!
Slide 9 - Slide
2. Werkwoordsvervoegingen
- musst --> muss
- müsse --> muss
Soms zijn hele rijtjes fout opgeschreven....
Tip: Je hebt eerst de vervoegingen van de regelmatige, zwakke werkwoorden geleerd . Wees je bij het leren bewust van nu de 'ander soort' vervoegingen van bijv. de hulpwerkwoorden!
Slide 10 - Slide
3. Precisie
- zweihundereinundzwanzig
- Mein Tante liebe Eis essen.
- Onkels
Prima toch.... of... valt er toch iets op?
Tip: Lees je zinnen en woorden zorgvuldig na. Heb je alles goed opgeschreven? Kloppen de vervoegingen?
Slide 11 - Slide
4. Inhoud schrijftaak (1/2)
Ich habe einen Bruder und eine Schwester. Meine Schwester ist 10 Jahre alt. Mein Bruder ist 15 Jahre alt. Meine Eltern heißen Pim und Tanja. Mein Vater ist 51 Jahre alt, meine Mutter ist 49 Jahre alt. Meine Eltern sind lieb.
Slide 12 - Slide
4. Inhoud schrijftaak (2/2)
Ich habe einen Bruder und eine Schwester. Meine Schwester ist 10 Jahre alt und sie liebt Klavier spielen. Sie ist musikalisch, aber mein Bruder nicht. Mein Bruder ist 15 Jahre alt und liebt Fußball spielen. Er ist ein bisschen chaotisch, aber lieb. Meine Eltern heißen Pim und Tanja. Meine Eltern sind auch lieb. Sie machen gerne Ausflüge. Wir gehen gerne zusammen ins Kino oder ins Restaurant.
Slide 13 - Slide
5. Leestekst
95%: alles goed!
--> hoera! Ook als je verder veel fouten hebt gemaakt in je toets, kun je dus wel de Duitse taal begrijpen.
5%: veel fout
--> waarom?
Slide 14 - Slide
In het domein....
.... beschrijf je je school, rooster, dag, lievelingsvak, etc. beschrijven (schriftelijk);
.... doe je al je papieren in de map die je krijgt;
.... krijg je je toets en schrijf je op je toets wat je goed hebt gedaan, wat je beter kunt doen en hoe je dat de volgende keer gaat doen;
... maak je online paragraaf J af.
Slide 15 - Slide
Voor volgende week....
.... maak je online de paragrafen F, G, H en I ;
.... maak je online de paragraaf J af;
.... leer je alle woorden uit de woordenlijst t/m 'die Schere'
.... leer je de vervoegingen van de werkwoorden 'reden' en 'antworten'.