SLO syllabus 8a1 §1

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Opdracht: Zoek de begrippen op in paragraaf 3.1 en onderstreep ze.

Slide 4 - Slide

Atlas
Open de atlas op pagina 226. 
Maak een analyse van Bolivia. Schrijf 5 kenmerken op, 1 per kaart.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdrachten
Maak opdrachten 1 - 3 uit paragraaf 3.1
(2c hoeft niet)

Slide 8 - Slide

Opdracht 1

1a Brazilië
 b Voorbeelden van juiste antwoorden:
  – Er bevinden zich veel delfstoffen.
  – Er is veel ruimte voor grootschalige landbouw.
  – De lonen zijn er laag.
 c De toegenomen welvaart, waardoor de vraag naar voedsel, grondstoffen en brandstoffen toeneemt.



Slide 9 - Slide

Opdracht 2
2 a Voorbeelden van juiste antwoorden:
  – toename van de export;
  – toename van de werkgelegenheid;
  – toename van de welvaart/stijging van inkomens.
 b – Natuurlijke dimensie: ontbossing, vervuiling, afname van de biodiversiteit.
  – Culturele dimensie: inheemse bevolkingsgroepen verliezen hun leefgebied en kunnen hun manier van leven kwijtraken.

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
 c Voorbeelden van juiste antwoorden:
  – Je hebt geen dure landbouwmachines, kunstmest of zaaigoed nodig om het land te bewerken.
  – Je hebt weinig arbeiders nodig.

Slide 11 - Slide

Opdracht 3
3 a B
 b – In de overige regio’s stijgt de welvaart zodanig dat veel mensen nu (net) wel vlees kunnen betalen, waardoor de vleesconsumptie sneller stijgt dan in ontwikkelde landen. In de ontwikkelde landen konden de meeste mensen al vlees betalen in 1994-1996.
  – In de overige regio’s groeit de bevolking harder dan in de ontwikkelde landen.
 c B, C

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Opdrachten
Maak opdrachten 4 -6 uit paragraaf 3.1

Slide 18 - Slide

Opdracht 4
4 a Voor elk veeteeltbedrijf is een enorm oppervlak nodig. Het feit dat de bedrijven extensief zijn, betekent immers dat er een groot oppervlak per dier nodig is om ze van voldoende voedsel te voorzien.
 b Kleine boeren worden verdrongen door de grote bedrijven. Zij moeten dan elders in het regenwoud een plek zoeken voor hun akkers. Daarvoor kappen ze nieuw regenwoud.







Slide 19 - Slide

Opdracht 4
 c Voor de mijnbouw moeten wegen worden aangelegd. Dit zorgt ervoor dat mensen met andere activiteiten, zoals illegale houtkappers en kleine boeren, gemakkelijker in het regenwoud kunnen doordringen en daar bos kunnen kappen of platbranden.
 d Deze activiteiten zorgen ook voor andere negatieve gevolgen dan ontbossing, zoals vervuiling en afname van de biodiversiteit.

Slide 20 - Slide

Opdracht 5
5 a Voorbeelden van juiste antwoorden: klimaatverandering, landdegradatie, verlies van biodiversiteit.
 b Gevolgen als klimaatverandering en landdegradatie kunnen ertoe leiden dat boerenbedrijven het moeilijker krijgen, bijvoorbeeld door droogte, erosie of aardverschuivingen. Droogte kan ook leiden tot minder water in de rivieren en dus minder rendement van de waterkrachtcentrales.

Slide 21 - Slide

Opdracht 5 
 c Lithium wordt onder andere gebruikt in accu’s voor mobiele telefoons en elektrische auto’s. Beide producten kennen een groeiende markt waardoor Bolivia veel van dit metaal zal kunnen exporteren voor een langere tijd.
 d
 Positief gevolg                                                         Negatief gevolg
Mondiale schaal voldoen aan de vraag          uitstoot broeikasgassen
Nationale schaal groei bbp                                  vervuiling van rivieren
Lokale schaal creëren van banen                     verlies van leefgebied

Slide 22 - Slide

Opdracht 6
6 a Het Amazonegebied is belangrijk voor de toekomst van de hele wereld, met name voor de opname van CO2 en de productie van zuurstof. Als zij niets doen, krijgen ze op langere termijn zelf met problemen door ontbossing van het Amazonegebied te maken.
 b Zij willen dat hun bedrijf een positief imago houdt en willen dus niet geassocieerd worden met praktijken als ontbossing. Een positief imago is immers goed voor de verkoop.

Slide 23 - Slide

Opdracht 6 
 c – Economisch gezien: inheemse bevolkingsgroepen houden zo het recht op het land waar ze hun voedsel vandaan halen.
  – Politiek gezien: ze staan zo sterker tegenover bedrijven die hen van hun land willen verdrijven.

Slide 24 - Slide

Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.

Slide 25 - Open question