Les 18 Rivieren Uitgebreid

Rivieren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Rivieren

Slide 1 - Slide

Rivieren 
Water stroom altijd van boven naar beneden. Bovenin stroomt het heel snel (HV: verval) en hoe verder je naar beneden gaat hoe langzamer het water gaat stromen. 
Maar waar blijft wat liggen? 

Slide 2 - Slide

Oppervlaktewater
Oppervlaktewater is water uitsloten, meren en rivieren

Slide 3 - Slide

Grondwater
Grondwater is regenwater dat diep in de grond gezakt is.

Slide 4 - Slide

Soorten rivieren
Er zijn 3 soorten rivieren:
1. Regenrivier
2. Gletsjerrivier
3. Gemengde rivier

Slide 5 - Slide

soorten rivieren
3 soorten rivieren:
> regenrivier: is een rivier die zijn water krijgt van de regen en/of het grondwater.
> gletsjerrivier: krijgt zijn water van een smeltende gletsjer. (schuivend ijs)
> gemengde rivier: krijgt zijn water van gletsjers en de regen.

Slide 6 - Slide

Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 7 - Slide

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

 

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.


3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 8 - Slide


j
benedenloop
de bendenloop is het laatste gedeelte van de rivier
rivierdelta
de rivierdelta is een stel aftakkingen die uitkomen op zee of op een groot meer
bovenloop
de bovenloop is het eerste gedeelte van de rivier
de middenloop
de middenloop van een rivier is het middelste gedeelte van de rivier
aquifer
een aquifer is een ondergrondse stroming

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Twee soorten dijken
▪️ winterdijk —> ligt op de oeverwal, hoog

▪️ zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager

▪️tussen winterdijk en de rivier ligt een gebied dat mag overstromen bij te hoog water: de uiterwaarden

▪️ Kijk naar de afbeelding en zie het verschil!

Slide 13 - Slide

Krib

  • Houdt rivier in midden van stroomgeul
  • houdt de rivier bevaarbaar

  • Meanderen wordt voorkomen

Slide 14 - Slide

Uiterwaard
Bebouwing in uiterwaarde

-> verhoging zomerdijk

-> geen overstromings-mogelijkheid voor de rivier


Slide 15 - Slide

Erosie
Sedimentatie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Erosie
Erosie is het uitslijpen van gesteente door wind, water of ijs.
Als er los gesteente ligt door verwering gaat erosie makkelijker.

Slide 18 - Slide

sedimentatie
Neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van de transporteur (water, wind of ijs) afneemt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Meanderen in de middenloop
In de middenloop kunnen rivieren gaan meanderen. Dit betekent dat rivieren steeds meer gaan kronkelen. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Deltagebied van rivieren
▪️ hoe lager het gebied, hoe langzamer het water stroomt
—> sedimentatie van zand bij overstroming rivier.
▪️ zand blijft vlakbij de oever liggen en hoopt zich op
—> oeverwal 
▪️ verder weg van de rivier stroomt water langzamer —> sedimentatie van kleideeltjes —> komgrond   
▪️ komgronden liggen dus lager dan de oeverwal 
Zandkorrels zijn groter en zwaarder dan kleideeltjes. Bij sedimentatie zakken zandkorrels daarom als eerste naar de bodem. Kijk maar eens hoeveel verschil er zit tussen zand en klei! 

Slide 24 - Slide

Land in de Delta

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wonen in het rivierengebied
Terp

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video