Je leest twee interviews: je eigen en die van een ander groepje – liefst eentje vanuit andere stroming als die er is.
Vergelijk beide interviews en beantwoordt de volgende vragen:
1. Welk beeld krijg je van het christendom vanuit interview 1?
2. Welk beeld krijg je van het christendom vanuit interview 2?
3. Wat zijn de belangrijkste verschillen die je ziet tussen beide interviews?
4. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten die je ziet tussen beide interviews?
5. Welke grote overeenkomsten en verschillen lees je met jouw eigen levensbeschouwing?
Let op: Focus bij vraag 3 en 4 op inhoud, niet op structuur of manier van antwoorden.